Circulariteit in de keten door soepkippenslachterijen
Voor een soepkippenslachterij is een uitgelegde legkip een waardevolle basis waar hoogwaardige producten van gemaakt kunnen worden. Het laat mooi zien hoe onze sector invulling geeft aan de circulaire economie. We spreken met twee familiebedrijven die zich hebben toegelegd op deze nichemarkt: W. van der Meer en Zonen uit het Friese Dronryp en Klaasen & Co van de slachterijen Wilki en Pluvera uit Ravels in België.
Specifieke markt
Wij leveren onze diepgevroren soepkipproducten vooral aan toko’s en poeliers in Nederland. De losse delen gaan naar de Europese industrie. Wat in Europa niet gegeten wordt, exporteren we naar West-Afrikaanse landen,” vertelt Wytze van der Meer. “De markt voor soepkip - producten is wel een specifieke markt,” vult Tony Klaasen aan. “Het is toch een product dat minimaal twee uur moet garen, maar het vlees heeft wel een vollere smaak en meer structuur waardoor dit een ideale grondstof is voor de vleesverwerkende industrie. Denk daarbij aan producenten van charcuterie, bereidingen en snacks.”
Veel innovatie
Kim Klaasen: “Bij de slachterijen Wilki en Pluvera van de familie Klaasen wordt de hele legkip verwerkt. Ook van het slachtafval worden hoogwaardige producten gemaakt. Zo verwerken we de darmen tot pluimveemeel als grondstof voor petfoods, de veren tot verenmeel voor de meststoffenindustrie en wordt het slib en bloed verwerkt tot basisproduct geschikt voor vergisting. Het vergt veel innovatie om al deze producten te kunnen maken.
Klaasen, Wilki en Pluvera
Tony Klaasen (l), aankoper van legkippen voor de slachterijen Wilki en Pluvera en Kim Klaasen (r), plantmanager van slachterij Wilki vormen samen met nog twee neven de derde generatie van het familiebedrijf Klaasen & Co NV dat is opgericht in de jaren ‘50.
“We kunnen er trots op zijn dat we als sector naast eieren ook hoogwaardige nevenproducten produceren.”
Regionale spelers in de sector
Beide bedrijven zijn regionale spelers. De aanvoer van legkippen voor Wilki en Pluvera komt vooral uit België, Zuid-Nederland, Noord-Frankrijk en een gedeelte van Duitsland. De leveranciers van W. van der Meer zitten vooral in Nederland en Duitsland. Beide bedrijven hebben een eigen wagenpark om de legkippen aan te voeren.
Planning op elkaar afstemmen
Tony Klaasen: “We hebben, net als onze Nederlandse collega’s, de voorkeur om de leghennen uit de regio te halen. Hierdoor blijft de kwaliteit van het product beter, zijn de transportkosten lager en is het beter voor het dierenwelzijn. Door de korte lijnen en goed overleg met de legpluimveehouders kunnen we de planning flexibel met elkaar afstemmen, zodat de productie van de eieren tot op het laatste moment geoptimaliseerd kan worden.”
Samenwerking
“Aangezien er maar weinig soepkippenslachterijen zijn in de Benelux en we op andere verkoopmarkten actief zijn, hebben we zeker contact met de familie Klaasen,” vertelt Richard van der Meer. “Als wij slachtcapaciteit tekort komen, dan neemt Wilki of Pluvera soms een koppel leghennen van ons over. Ook hebben we overleg over zaken als voedselveiligheid en dierenwelzijn. We kunnen maar beter samenwerken dan elkaar tegenwerken.” Door deze unieke samenwerking binnen de gehele legpluimveesector zorgen we ook op de lange termijn voor een sterke en gezonde sector.
W. van der Meer en Zonen B.V.
Wytze van der Meer (r) is algemeen directeur van W. van der Meer en Zonen B.V. en Richard van der Meer (l) is verantwoordelijk voor de planning en inkoop. Ze zijn samen met acht neven en nichten eigenaar van het familiebedrijf dat zich sinds 1935 gespecialiseerd heeft in het slachten van leghennen.
Neem contact met ons op
Wil je meer weten of ben je benieuwd naar wat De Heus voor jou kan betekenen? Neem dan contact op met een van onze legpluimveespecialisten!
Over de auteur
Peter van den Dungen
Verkoopleider pluimvee België
Wil je meer informatie of heb je vragen over dit artikel? Stuur een mail.