Het tegengaan van ontbossing is en blijft prioriteit voor De Heus Animal Nutrition
In een rapport van Milieudefensie dat in november 2021 is verschenen wordt de aanpak die diervoederfabrikanten – en andere gebruikers van soja – in Nederland hanteren om de productie van soja uit Zuid-Amerika te verduurzamen en ontbossing terug te dringen, ter discussie gesteld. Volgens Milieudefensie biedt het gebruik van RTRS-certificaten onvoldoende garantie tegen ontbossing. In plaats daarvan zouden Nederlandse bedrijven gebruik moeten maken van fysiek gescheiden stromen om te kunnen garanderen dat voor soja die in Nederland wordt gebruikt geen ontbossing heeft plaatsgevonden.
Voor De Heus is het tegengaan van ontbossing een belangrijke prioriteit. Daarom gebruiken we in Nederland bij De Heus al sinds 2015 duurzame soja bij de productie van onze diervoeders. In 2019 hebben we het FEFAC-convenant ‘Duurzame Soja’, getekend. Daarin is afgesproken dat we ook in onze fabrieken in de rest van de Europese Unie uiterlijk in 2025 gebruik maken van duurzame soja.
Eerder dit jaar hebben we bovendien besloten om als onderdeel van ons Responsible Feeding Programme uiterlijk in 2025 ook buiten Europa gebruik te maken van duurzame soja die voldoet aan de FEFAC soy sourcing guidelines – waarin duurzaamheidseisen worden gesteld die onder andere (illegale) ontbossing moeten voorkomen. Daarmee vergroten we als De Heus de komende jaren wereldwijd de vraag naar duurzamer geproduceerde soja en dragen we bij aan de verdere verduurzaming van onze voedselproductie.
Invloed effectief inzetten
Doordat de vraag naar duurzamer geproduceerde soja toeneemt, kan een grotere groep boeren in Zuid-Amerika beloond worden voor duurzame productie. Daardoor zal het op termijn makkelijker worden om een fysieke koppeling te maken tussen een gebied waar duurzamer wordt geproduceerd en de soja die daadwerkelijk naar Nederland of andere landen wordt gebracht.
Voorwaarde daarvoor is dat we in Nederland de invloed die we hebben op de productie van soja in Zuid-Amerika zo effectief mogelijk inzetten om het totale areaal duurzaam geproduceerde soja te vergroten. Dat betekent dat we moeten kiezen voor een aanpak die zoveel mogelijk boeren in Zuid-Amerika aanzet tot het verduurzamen van hun bedrijfsvoering. Wat ons betreft is de inzet van gecertificeerde soja daarvoor zeer geschikt.
Bij gecertificeerde soja garandeert de organisatie die het certificaat afgeeft, dat een hoeveelheid soja, gelijk aan de hoeveelheid gedekt door het certificaat, duurzaam is geproduceerd. Daardoor maakt het niet uit in welke gebied een boer zijn bedrijf heeft of wat de boeren naast hem doen. Als een boer ervoor kiest om duurzamer te produceren wordt hij daarvoor beloond.
Bij een fysiek gescheiden sojastroom moeten de exporteurs van soja ervoor zorgen dat de soja waarvoor niet ontbost is, apart wordt opgehaald en opgeslagen. Dat is complex omdat er in Zuid-Amerika honderdduizenden boeren zijn die soja verbouwen. Door de hogere logistieke kosten die dit meebrengt vragen de exporteurs een hogere prijs voor deze soja. Om die kosten nog enigszins te beperken zullen zij er bovendien voor kiezen om een kleine groep boeren in een specifiek gebied in te zetten voor de productie van deze soja. Daardoor raken boeren die nu worden beloond voor duurzamere productie deze extra opbrengsten kwijt.
De hogere kosten van een fysiek gescheiden sojastroom kunnen er ook voor zorgen dat soja uit Zuid-Amerika zoveel duurder wordt dan soja geproduceerd in andere delen van de wereld, bijvoorbeeld Noord-Amerika, dat soja verwerkende industrieën kiezen voor soja die niet uit Zuid-Amerika komt. De soja die deze bedrijven nu uit Zuid-Amerika halen gaat dan naar landen waar men niet extra kan of wil betalen voor duurzamere productie.
Omschakeling van gecertificeerde soja naar een fysiek gescheiden stroom zorgt er dus voor dat de impact die Nederlandse bedrijven hebben op de verduurzaming van de sojaketen kleiner wordt. Bovendien is er voor veel boeren niet langer een prikkel om duurzamer te produceren en zal ontbossing eerder toenemen dan afnemen.
Samenwerken met ketenpartners
Tegelijkertijd blijven we in gesprek met onze ketenpartners in de landen waarin we actief zijn, om te kijken hoe we samen kunnen voldoen aan de wensen van consumenten. Voor sommige concepten produceren we bijvoorbeeld diervoeders waar geen soja in zit. Ook kijken we samen met onze ketenpartners of het mogelijk is om meer soja te gebruiken waarvan we precies weten waar de productie plaats vindt, zonder dat de boeren die de soja produceren de extra beloning die ze daar nu voor krijgen verliezen.
Verwerken van reststromen
In Nederland maken we al zoveel mogelijk gebruik van reststromen uit de levensmiddelenindustrie. Bijvoorbeeld door grondstoffen als bierbostel, bietenpulp en citruspulp te gebruiken. In andere landen – waar dat nog minder vanzelfsprekend is – zoeken we ook naar samenwerking – bijvoorbeeld met bierbrouwers of zuivelfabrieken – om reststromen te verwerken. Zo zetten we in Zuid-Afrika iedere maand 1600 ton oud brood om tot waardevolle grondstoffen voor diervoeders.
Supplier code of conduct
We hebben een Supplier Code of Conduct geïntroduceerd die we gebruiken om met de exporteurs die soja leveren expliciet het gesprek te voeren over de risico’s in hun deel van de keten en de wijze waarop zij die risico’s proberen weg te nemen. Het rapport van Milieudefensie is voor ons aanleiding om dat gesprek nog nadrukkelijker te voeren.
Lokale betrokkenheid
Daarnaast zijn we een langdurige samenwerking aangegaan met de Black Jaguar Foundation om bij te dragen aan het creëren van een biodiversiteitscorridor langs de Araguaia rivier in Brazilië. Dit doen we omdat we naast de verdere verduurzaming van de grondstoffen die we gebruiken ook willen bijdragen aan het vergroten van de biodiversiteit en het beschermen van kwetsbare ecosystemen.
De sojaketen
De sojaketen is complex, gefragmenteerd en de verduurzaming daarvan is ingewikkeld. Wereldwijd werd er in 2021 meer dan 360 miljoen ton soja verbouwd. Brazilië, de Verenigde Staten en Argentinië zijn wereldwijd de grootste producenten van soja, gezamenlijk produceren zij meer dan 80% van het totale volume. China is wereldwijd de grootste importeur van soja met een volume van ongeveer 100 miljoen ton in 2019. In Nederland gebruiken alle diervoederbedrijven bij elkaar ongeveer 2 miljoen ton soja. Iets meer dan een half procent van alle soja die wereldwijd wordt geproduceerd. De Heus gebruikt wereldwijd ongeveer 1,7 miljoen ton soja.
Wil je meer weten over ons duurzaamheidsbeleid en onze visie op de productie van veilig en gezond voedsel voor een groeiende wereldbevolking? Kijk dan op: www.deheus.com/sustainability. Of neem contact op met Michiel Peters, Manager Corporate Affairs via mpeters@deheus.com.