Iedere kip een beter leven?
Kippen die gehouden worden voor menselijke consumptie kunnen al voor 6 tot 9 cent per kg kip een beter leven krijgen. Dat is de conclusie van een onderzoek uitgevoerd door Wageningen Universiteit in opdracht van de dierenrechtenorganisatie World Animal Protection. Goed nieuws! Toch? Maar als het prijsverschil zo beperkt is, waarom worden alle kippen dan niet op deze manier gehouden? Hoe zit het eigenlijk met het welzijn van de kippen die niet in Nederland worden gehouden? Hebben die het minder goed? Of juist beter? Waarom kiezen niet alle boeren voor een stal waarin meer ruimte is? Begrijpelijke vragen waar we je graag een antwoord op geven.
De ene kip is de andere niet
Als je, tijdens het doen van je wekelijkse boodschappen, voor de koeling in de supermarkt staat kom je allerlei soorten kip tegen. Die verschillende soorten kip noemen we concepten. Bijvoorbeeld de Kip van Morgen, de Goed Nest Kip, de Nieuwe Standaard Kip, Gildehoen, de Beter Leven Kip en de Biologische Kip.
Voor al die kipconcepten gelden verschillende regels. Die zorgen er bijvoorbeeld voor dat er extra aandacht is het voor het dierenwelzijn of dat de grondstoffen voor het voer duurzamer zijn. Dat is belangrijk omdat we daardoor bij het doen van onze boodschappen invloed hebben op het verder verduurzamen van de manier waarop ons voedsel wordt geproduceerd.
Een normale kip, die je in de Nederlandse supermarkt eigenlijk al niet meer tegenkomt, leeft met 20 andere kippen per vierkante meter, terwijl een biologische kip maar met 10 soortgenoten op een vierkante meter zit. Daarnaast zijn er ook regels voor daglicht, vrije uitloop en de tijd die de kippen onderweg mogen zijn naar de slachterij.
Kiezen voor een ander kipconcept? Daar komt veel bij kijken.
In de Nederlandse supermarkt geldt eigenlijk voor alle kippen dat ze een beter leven hebben dan de reguliere kip. Dat komt omdat boeren, slachterijen en supermarkten actief hebben ingespeeld op de maatschappelijke vraag naar kippen met een hoger dierenwelzijn.
Wanneer een boer ervoor kiest om op een andere manier kippen te gaan houden moet hij zich dus aan ander regels houden. Het kan zijn dat hij voor een ander kippenras moet kiezen en daarnaast extra moet investeren. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat de kippen ook naar buiten kunnen. Bovendien mag een boer bij deze soorten kip minder dieren in zijn stal houden.
De kippen krijgen extra ruimte, meer daglicht en misschien zelfs een uitloop. Maar voor de boer kan het juist dan een uitdaging zijn. Wanneer je minder kippen moet gaan houden in dezelfde stal wil je natuurlijk wel zeker weten dat je nog steeds een goede boterham kan verdienen. Daarom kiest een boer alleen voor een ander soort kip als hij ook zeker weet dat er vraag naar is.
Waarom kiest niet iedere boer voor hetzelfde kipconcept?
We produceren in Nederland meer kip dan we met elkaar opeten. Ongeveer driekwart van alle kip die we in Nederland grootbrengen gaat naar het buitenland. Meestal zijn dat de landen die direct om ons heen liggen zoals Duitsland en Belgiƫ. Maar sommige delen van de kip eten we in Nederland of andere Europese landen bijna niet. Het kan dus zijn dat de pootjes van de kip uiteindelijk in bijvoorbeeld China terecht komen omdat ze die daar heel erg lekker vinden.
Maar in die andere landen vinden ze het dierenwelzijn niet altijd zo belangrijk als wij dat in Nederland vinden. Sommige boeren kiezen er daarom voor om reguliere kippen te blijven houden. Voor de boeren die wel voor andere kippen kiezen is het lastig dat wij niet alle delen van de kip even graag eten. Want voor de delen die we in Nederland niet eten krijg je een lagere prijs. Daarom kan de kipfilet, die we in Nederland het meest eten, uiteindelijk in verhouding veel duurder worden dan andere delen van de kip.
Je wekelijkse boodschappen maken het verschil!
De kippen die in Nederland worden grootgebracht hebben het sowieso beter dan in veel andere landen. Omdat er steeds meer vraag is naar verschillende kipconcepten zijn er ook steeds meer boeren die ervoor kiezen hun kippen op die manier groot te brengen. Dat is goed nieuws omdat de strenge regels van deze concepten bijdragen aan het nog verder verbeteren van het dierenwelzijn terwijl de boer tegelijkertijd een betere prijs krijgt voor zijn kippen.
Uiteindelijk beslis jij als consument dus wat onze boeren produceren. Als we allemaal bereid zijn om iets meer te betalen voor een stukje vlees, een ei, een glas melk of een stuk kaas zullen de boeren ervoor kiezen om het dierenwelzijn nog verder te verhogen of nog beter voor hun omgeving te zorgen.