Nederland is bijna wereldkampioen landbouw! Hoe zit dat?

23 januari 2020
-
2 minuten

In 2019 hebben we als Agrarische sector opnieuw meer geëxporteerd dan in de jaren daarvoor. In totaal werd in 2019 voor meer 94,5 miljard euro aan producten uitgevoerd naar aan andere landen. Daarmee is de Nederlandse agrarische sector na de Verenigde Staten in euro’s de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld.

Een fantastische prestatie die laat zien dat we in Nederland ongelooflijk goed kunnen boeren. Daar mogen we trots op zijn.

Maar hoe zit dat precies? Waarom importeren en exporteren wij zo veel? Wat zegt dat over onze agrarische sector? Wat zou er eigenlijk gebeuren als we minder importeren? Of minder exporteren? In deze blog probeer ik op die vragen een antwoord te geven.

Waarom is onze import en export zo groot?

Het antwoord op die vraag begint met de havens van Rotterdam en Amsterdam. Veel goederen worden via die havens Europa binnen gevoerd en daarna ook direct weer door gevoerd naar andere landen. Onze gunstige ligging, zeehavens en goede infrastructuur zijn daarvoor een belangrijke verklaring.

Met sommige goederen gebeurt in Nederland weinig. Doe gaan vanuit de haven snel de rest van Europa in. Logisch, een banaan kun je vanuit Rotterdam met hetzelfde gemak naar een Duitse als naar een Nederlandse supermarkt verschepen.

Sommige bulkgoederen worden door Nederlandse bedrijven verwerkt voordat ze worden doorgevoerd. Neem cacao. Die komt – veelal in Amsterdam – Europa binnen en kan door Nederlandse bedrijven in de vorm van chocolade weer aan winkels in andere landen worden geleverd.

En dan zijn er natuurlijk nog de producten die we in Nederland zelf produceren en vervolgens exporteren naar andere landen. Dit zijn de producten waar we wereldwijd bekend om staan zoals bloemen en kaas. Maar ook andere zuivelproducten, eieren en vlees vallen natuurlijk in deze categorie.

Wat zegt dat over onze agrarische sector?

Dat we als Nederlanders onze producten ook over de grens goed weten te verkopen komt doordat we kwaliteit leveren. Producten die uit Nederland komen of door Nederlandse bedrijven worden gemaakt staan goed bekend. En terecht. We klagen weleens over de strenge regels die in Nederland gelden. Maar een voordeel van die regels is wel dat niemand kan twijfelen aan de kwaliteit van onze producten.

Wat zou er eigenlijk gebeuren als we minder importeren? Of exporteren?

In discussies over de toekomst van de agrarische sector in Nederland worden vaak vraagtekens gezet bij nut en noodzaak van de omvang van de import en export van de agrarische sector in Nederland.

Om te beginnen verdienen in Nederland ongeveer 600.000 mensen hun boterham in de agrarische sector. Naast de boeren zijn dat bijvoorbeeld mensen die werken bij voerfabrieken, slachterijen, transportbedrijven maar ook dierenartspraktijken en wetenschappelijk onderzoek. Daarmee is de agrarische sector voor Nederland een werkgever van betekenis.

Daarnaast hebben we in Nederland belangrijke stappen gezet om de manier waarop we ons voedsel produceren te verduurzamen. Natuurlijk, het kan altijd beter. Maar vergelijk het dierenwelzijn in Nederland eens met andere landen. Of kijk naar de inkoop van grondstoffen. In Nederland wordt door alle bedrijven die soja verwerken voor voedsel of diervoeders gebruik gemaakt van gecertificeerde duurzame soja. Is die perfect? Vast niet. Maar vergeleken met andere landen is het een waardevolle stap in de goede richting. De uitstoot van broeikasgassen dan? Een liter melk van een Nederlandse koe is in dat opzicht misschien wel de duurzaamste liter melk die je kan krijgen.

Bovendien gaat het grootste gedeelte van de producten die we in Nederland exporteren naar onze buurlanden. Ongeveer de helft van alle Nederlandse export gaat naar Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Op wereldschaal zou je dat gerust regionale productie kunnen noemen.

Stel dat we in Nederland minder zouden produceren. Met als logisch gevolg dat we minder zouden exporteren. Zou de wereldwijde vraag naar voedsel dan dalen? Of zou productie zich verplaatsen naar landen waar de aandacht voor dierenwelzijn, milieu en klimaat nog minder is dan in Nederland? Ik denk dat laatste. Wat mij betreft laten we volgend jaar dan ook opnieuw mooie exportcijfers zijn. Die zijn goed voor de agrarische sector en leveren een belangrijke bijdrage aan het voeden van de wereld.

Michiel Peters, Manager Corporate Affairs