Politiek mag belang agrarische sector niet opzij schuiven

11 oktober 2019
-
2 minuten

Vorige week heeft het kabinet bekend gemaakt de adviezen uit het rapport “Niet alles kan” van het Adviescollege Stikstofproblematiek over te nemen. Daarmee wordt de bestuurlijke chaos die is ontstaan na de PAS-uitspraak van de Raad van State op het bord van de agrarische sector geschoven. Wat ons betreft is dat oneerlijk en onverstandig.

De rekening wordt hiermee onevenredig neergelegd bij de sector die de afgelopen jaren juist de grootste stappen vooruit heeft gezet. Bovendien negeert het kabinet hiermee de grote gevolgen van een warme sanering van de veehouderij voor de leefbaarheid en werkgelegenheid op het platteland. Boeren, voerfabrieken, slachterijen, transportbedrijven, dierenartspraktijken en een veelheid aan andere toeleverende en afnemende bedrijven vormen een belangrijke economische motor in het Nederlandse buitengebied.

Wij vinden daarom dat het kabinet en de Tweede Kamer geen onomkeerbare stappen moeten zetten voordat:

  • Helder is dat deelname aan een saneringsregeling vrijwillig is en dat boeren die hun bedrijf willen doorzetten en door de overheid worden gedwongen om hun bedrijf sneller te verduurzamen op financiële of fiscale ondersteuning kunnen rekenen.
  • Bekend is wat het effect is op de stikstofdepositie van de maatregelen die het kabinet eerder al heeft aangekondigd. Zowel voor de warme sanering van de varkenshouderij als voor de middelen uit het klimaatakkoord voor de aanpak van de veenweideproblematiek geldt dat deze in de praktijk al leiden tot een reductie van de veestapel. De bijbehorende stikstofwinst moet meetellen als een verlaging van de emissie door de sector en worden verrekend voordat andere maatregelen worden genomen;
  • Er duidelijkheid is over de wijze waarop de depositie van stikstof op natuurgebieden door het RIVM wordt vastgesteld en op basis van uitgebreidere metingen is vastgesteld wat de werkelijke uitstoot van bedrijven is. Het toekomstige beleid zou het adagium ‘meten is weten’ als uitgangspunt moeten krijgen;
  • In kaart is gebracht welke drempelwaardes en meetmethoden in andere Europese landen worden gebruikt en welke mogelijkheden er zijn voor Nederland om die methodiek over te nemen;
  • Geregeld is dat nieuwe en innovatie technieken sneller in wetgeving worden verankerd. Boeren investeren in stalsystemen voor de langere termijn. Omdat het lang duurt voordat innovaties in de regelgeving zijn verankerd kiezen zij nu noodgedwongen niet altijd voor de nieuwste technieken.

Wij maken ons grote zorgen over de voortvarendheid waarmee het kabinet het mes dreigt te zetten in een sector waarin op duurzame en verantwoorde wijze gezond en veilig voedsel wordt geproduceerd. Er zijn weinig landen in de wereld waar zoveel aandacht is voor klimaat, milieu en dierenwelzijn als in Nederland. Met het beleid dat het kabinet nu inzet verplaatst productie zich naar andere landen met als gevolg dat banen verloren gaan en het klimaat, milieu en dierenwelzijn in de praktijk verslechteren in plaats van verbeteren.

Daarom hebben we het boerenprotest op 1 oktober ondersteund en zullen we ook andere acties, mits die publieksvriendelijk verlopen, van harte onderschrijven. Want een vitale agrarische sector is van groot belang.

Michiel Peters, Manager Corporate Affair De Heus