Kennis van de (nutritionele) kwaliteit van biologische grondstoffen cruciaal sinds 100% biologisch legvoer

Krijn Breen

Specialist legpluimvee (biologisch)

09 maart 2025
-
4 minuten

Sinds 1 januari 2022 (met een tussenperiode van derogatie) moeten volwassen leghennen in de EU 100% biologisch gevoerd worden. Tijdens de opstartperiode van een leghen wordt de basis voor een goed doorlegvermogen, (darm) gezondheid en bevedering gelegd. Focus op darmgezondheid én tegelijkertijd de juiste nutriënten in de juiste verhouding aanbieden, hebben in deze fase de hoogste prioriteit. Dit is sinds de 100% biologische eis een extra uitdaging geworden, maar ervaring leert dat dit zeker mogelijk is.

Wat is er veranderd in het voer?

Productmanager legpluimvee Florian van der Hoeven legt uit wat dit betekent voor het legvoer: “Het meest limiterende aminozuur voor leghennen is methionine, een belangrijk aminozuur voor de vorming van eiwitten voor zowel productie maar ook voor bijvoorbeeld de veren. Omdat in biologisch voer geen gebruik gemaakt mag worden van synthetisch methionine ligt het methionine niveau in biologisch legvoer lager dan in gangbaar legvoer. Om voldoende verteerbaar methionine in 100% biologisch legvoer opgenomen te krijgen is het een grotere uitdaging geworden.

Ten tijde van de derogatie kon er in het leghennenvoer tot 5% gangbare hoogwaardige eiwitten opgenomen worden. Een groot deel van deze 5% werd ingevuld met de zeer methionine-rijke maisgluten. Doordat deze grondstof is weggevallen, moet de methionine nu uit de beschikbare biologische grondstoffen komen. Hierdoor zijn de legvoeders zeer afhankelijk geworden van enkele methionine-rijke biologische grondstoffen (meest schilfers). Helaas is de concentratie van methionine in deze biologische schilfers vele malen lager dan in maisgluten. Er is dus een veel hoger percentage van deze schilfers nodig. Daarnaast brengen ze naast de gewenste aminozuren ook veel ruw vet en ruwe vezel met zich mee, wat een grotere belasting kan zijn voor de darmgezondheid, zeker bij startende hennen.”

Veel nutritionele variatie in biologische grondstoffen

Florian: “Maisgluten heeft een stabiel productieproces en heeft daarmee dus ook vrij stabiele nutritionele waarden. Bij de productie van schilfers is dat anders. Het proces is beduidend minder stabiel en afhankelijk van hoe de  persing van de betreffende grondstoffen plaats vindt. In onderstaande afbeelding een overzicht van de nutritionele waarden van deze schilfers:”

Beperkte beschikbaarheid alternatieven

Slechts een zeer klein aantal biologische hoogwaardig eiwitrijke grondstoffen kunnen ingezet worden als alternatief voor maisgluten. Structurele beschikbaarheid van deze grondstoffen is helaas niet vanzelfsprekend, terwijl voor de productie van hoogwaardige biologische legvoeders deze grondstoffen onmisbaar zijn geworden.

 

Dit zijn de gevolgen

“De grote afhankelijkheid van deze eiwitrijke grondstoffen in combinatie met de grote variatie binnen deze groep grondstoffen geven een groot risico op afwijking van het werkelijke aminozuurniveau ten opzichte van wat berekend wordt in de recepten. Beheersen van en inzicht in de kwaliteit van de aangevoerde biologische grondstoffen hebben bij ons de hoogste prioriteit! Een paar procentpunt te hoge inschatting van bijvoorbeeld zonnepitschilfers leidt al gauw tot  tekorten aan methionine in legvoer met desastreuze gevolgen voor de leghennen,” vervolgt de productmanager.  

 

Gekozen voor kwaliteit en continuïteit

“Binnen De Heus halen we een groot deel van deze variatie eruit door constant de binnenkomende grondstoffen te analyseren in ons eigen laboratorium in Veghel en voeders hierop aan te passen. Dat leidt misschien tot frequentere aanpassingen van de voeders maar hierdoor blijven de voor de leghen beschikbare nutriëntengehalten zo constant mogelijk en dat is waar alles om draait, vervolgt Florian.

“Binnen de recepten hebben we scherpe keuzes gemaakt: we gebruiken enkel grondstoffen die bijdragen aan het meest optimale nutriëntprofiel voor de leggende hen. Ruimte voor andere keuzes is er met het wegvallen van de derogatie simpelweg niet meer.”

Superkoppels

(Biologisch) legpluimveespecialist Krijn van der Breen haakt hierop in. “In de stal moet inderdaad alles kloppen. Zeker nu het biologisch voer voor 100% uit biologische grondstoffen moet bestaan. In de markt leeft het gevoel dat het onmogelijk is om hierdoor goed te draaien. ‘De legkippen vreten te veel’, ‘slecht verenkleed’ en ‘tegenvallende resultaten’ zijn veelgehoorde opmerkingen. Wij herkennen ons echter niet in het beeld dat sinds het wegvallen van derogatie de voeropnames structureel gestegen zijn. Onze koppels vreten gemiddeld genomen onder de 125 gram. We hebben klanten met superkoppels met een productie van 500+ eieren op 100 weken. Maar dan dient naast het voer ook het water, licht en klimaat op orde te zijn. Daarom werken wij volgens het Topfit Rondeplan.”

De opstart is cruciaal

Krijn: “De opstart is cruciaal. Als het daar mis gaat dan heb je daar de gehele ronde last van. Het is zaak om eerst een goede voldoende zware hen neer te zetten die ook tegen een stootje kan als het even tegen zit. Pas als de hen voldoende ontwikkeld is adviseren we om van startvoer over te schakelen naar een eerste fase voer. Om de opstart nog beter te laten verlopen hebben we een Leegstandscheck ontwikkeld. Hiermee zet je de puntjes op de ï voordat je aan een nieuwe ronde begint.”

Over de auteur

Krijn Breen

Specialist legpluimvee (biologisch)

Ben je benieuwd naar onze manier van werken? Of zou je meer willen weten over de Leegstandscheck? Neem dan contact met me op.