Aandacht voor bijmengen hele tarwe

01 oktober 2012
-
3 minuten

Hele tarwe toevoegen aan het vleeskuikenrantsoen is positief voor de diergezondheid en de resultaten. Maar… wanneer de kwaliteit onder de maat is, er onverhoopt baktarwekwaliteit wordt gevoerd of de tarwegift te hoog is, kan de groei averij oplopen.

Het bijvoeren van hele tarwekorrels is gunstig voor de gezondheid van uw kuikens. Hele tarwe geeft namelijk structuur aan het voer, waardoor de vertering beter verloopt. De korrels laten de krop optimaal functioneren en stimuleren de werking van de spiermaag en daarmee de voorvertering. De voedselbrij wordt goed gekneed en gemengd met de spijsverteringssappen. Een goed functionerende krop en spiermaag vormen daarnaast ook nog eens een prima eerste barrière voor ziekteverwekkers. De extra zuurproductie doodt bacteriën via een natuurlijke weg.

Aandacht kwaliteit tarwe

Hele tarwekorrels kunnen door De Heus worden bijgemengd, maar in de praktijk zijn het vaak de pluimveehouders zelf die ze aan het rantsoen toevoegen. Zelf bijmengen verdient wel aandacht. Wanneer de kwaliteit van de tarwe onder de maat is, heeft dat direct gevolgen voor de gezondheid van uw kuikens en daarmee voor de technische resultaten. De Heus analyseert de kwaliteit van de tarwe heel goed. Voor u als vleeskuikenhouder is een goede analyse veel moeilijker uit te voeren. Om een eerste indruk van de kwaliteit van de tarwe te krijgen, moet u kijken en ruiken. Tarwekorrels moeten vol zijn: niet verschrompeld, een beetje opgeblazen. Ruikt de tarwe muf, dan is de kans groot dat er schimmels in het spel zijn. Kleurafwijkingen, zoals een roodroze gloed in combinatie met rode puntjes, kunnen ook wijzen op schimmels. Schimmels in tarwe zijn ongewenst, omdat ze mycotoxinen zoals zearalenone produceren. Algemeen wordt aangenomen dat mycotoxinen de diergezondheid en de technische resultaten negatief beïnvloeden. De effecten zijn niet altijd duidelijk.

De kwaliteit van tarwe wordt beoordeeld op onder andere droge stof, schimmels en verontreinigingen. Daarnaast zijn het zetmeelgehalte, het eiwitgehalte en de beschikbaarheid van nutriënten van belang

Pas op met baktarwe

Essentieel is dat uw vleeskuikens voertarwe krijgen en geen baktarwe of voertarwe van baktarwekwaliteit. Voertarwe heeft een zetmeelgehalte van circa 57 procent en relatief gezien weinig eiwit (circa 11 procent). Daarmee is deze tarwe prima te verteren voor vleeskuikens. Baktarwe of voertarwe van baktarwekwaliteit heeft een lager zetmeelgehalte en meer eiwit dan voertarwe (14 procent of hoger). Samen vormen ze een sterk glutennetwerk, essentieel voor het bakken van kwaliteitsbrood. Dit sterke glutennetwerk zorgt ervoor dat voedingsstoffen minder goed beschikbaar zijn. Hierdoor neemt de vertering af. Of u voertarwekwaliteit of baktarwekwaliteit geleverd hebt gekregen, laat het valgetal zien. Het valgetal is de tijd waarmee een bepaald gewicht door het deeg van een vaste hoeveelheid tarwe zakt. De maalindustrie geeft de voorkeur aan een valgetal dat hoger is dan 250. Voertarwe heeft een gemiddeld valgetal van minder dan 200. Wanneer u tarwe voert met een hoog valgetal en een goede kwaliteit eiwit, dan kan deze combinatie verteringsproblemen opleveren voor het kuiken. Verteringssappen werken slecht op de tarwekorrel in. Dit leidt tot een stroperige darminhoud. Risico hiervan is een verhoogde wateropname en een verstoorde vertering, met als gevolg natter strooisel.


Tabel 1 Verschillen in baktarwe en voertarwe

Verdunning

Naast het voeren van kwalitatief mindere tarwe en tarwe van bakkwaliteit ligt er nog een risico op de loer bij het zelf bijmengen van losse tarwe. Wordt (te) veel tarwe boven het geadviseerde tarweschema gevoerd, dan kunnen de kuikens te weinig concentraat opnemen. Het dier krijgt dan te weinig eiwit, energie en essentiële componenten zoals coccidiostatica binnen en presteert minder goed. Voert u desondanks meer tarwe dan geadviseerd, voeg dan extra enzymen toe. Het tekort aan nutriënten is hiermee echter niet verholpen. Sinds de introductie van het Pluimvee Prestatie Plan van De Heus zijn de nieuwe inzichten voor het bijvoeren van tarwe verwerkt in het tarweschema. Vraag uw pluimveespecialist hiernaar.

De variatie van de gehalten, het ras, de opslag en de gevoerde hoeveelheid maken dat de resultaten van het bijmengen van tarwe niet altijd voorspelbaar zijn