U wilt uw bedrijf uitbreiden en dient een verzoek in bij de gemeente om een omgevingsvergunning. Vervolgens zal de gemeente uw aanvraag doorspelen naar de provincie om deze ook te laten toetsen aan de Natuurbeschermingswet. Die wet is er sinds 1967, maar wordt sinds vorig jaar op deze manier toegepast. De provincie voert de wet uit. De Natuurbeschermingswet is er ter bescherming van de natuur. Dan gaat het om Natura-2000-gebieden, natuurmonumenten en gebieden die de rijksoverheid aanwijst om te beschermen.
Ammoniak
In de praktijk komt het erop neer dat de uitbreiding van uw bedrijf geen negatieve gevolgen mag hebben voor de natuurgebieden. Het gaat dan voornamelijk om de uitstoot van ammoniak. In de praktijk betekent dit dat u het aantal dieren kunt uitbreiden, maar dan zonder dat u op de nabijgelegen beschermde gebieden de ammoniakdepositie vergroot. Vaak komt het er op neer dat u technische maatregelen moet nemen om de ammoniakuitstoot te beperken, bijvoorbeeld door een luchtwasser te plaatsen. Een andere mogelijkheid is ammoniakrechten van collega’s te kopen, of ammoniak te salderen via de provinciale salderingsbank. Wij adviseren u voor het aanvragen van een Natuurbeschermingswetvergunning om een deskundige begeleider in de arm te nemen. Elke provincie heeft haar eigen beleid en er zitten veel haken en ogen aan het verkrijgen van deze vergunning. Hierna wordt beschreven hoe de wet in zijn algemeenheid wordt toegepast.
Geen vergunning
U hebt geen Natuurbeschermingswetvergunning nodig als u aantoont dat de nieuwe situatie niet afwijkt van het bestaande gebruik op 1 oktober 2005.
Wel een vergunning
In overige gevallen hebt u wel een vergunning nodig. U moet dan aantonen dat de stikstofbelasting in de beschermde natuurgebieden niet toeneemt. Dit is het geval als uw bedrijf niet meer ammoniak uitstoot dan volgens de vergunning die u op 7 december 2004 had. In andere gevallen moet u aantonen dat de stikstofbelasting niet toeneemt. De provincie kan in plaats van een Natuurbeschermingswetvergunning u een verklaring geven dat er geen Nb-wetvergunning nodig is. Ook kan de provincie een 'verklaring van geen bedenkingen' afgeven bij de omgevingsvergunning die u heeft aangevraagd. U moet ook in dat geval aan dezelfde eisen voldoen. Bij zo’n verklaring komt het aantal dieren overeen met het aantal dat in de omgevingsvergunning wordt genoemd. In Noord-Brabant en Utrecht moet u de aanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet combineren met een salderingsverzoek bij de salderingsbank.