Benut kwaliteit Deense zeugen

23 december 2013
-
3 minuten

De laatste jaren is de instroom van Deense genetica in Nederland steeds toegenomen. Achtergrond hiervan is een groeiende vraag van buitenlandse afnemers van biggen. Op basis van opgedane kennis en ervaring geeft De Heus adviezen om de resultaten met Deens fokmateriaal te verbeteren.

De ervaring met de Deense genetica is beperkt maar neemt langzaam toe. Een aantal zeugenbedrijven schakelt over op deze zeugen via aankoop van sperma en eigen aanfok. Andere bedrijven kopen fokgelten uit het buitenland of van Nederlandse subfokkers. De Heus heeft op verschillende manieren inmiddels ruime ervaring met de Deense zeug. Al langere tijd begeleidt De Heus bedrijven met Deense genetica in het buitenland. Ook is er veel kennisuitwisseling met Deense collega’s en zijn er veel contacten met een distributeur van Deens fokmateriaal TGZ. Bovendien schakelde het proefbedrijf Smeenk van de Heus in 2013 over op Deense genetica via een Nederlandse subfokker. Dit alles leidt er toe dat er veel kennis voorhanden is om eventuele bezwaren van de zeug te compenseren en de gunstige eigenschappen goed te benutten.

Eigenschappen Deense zeugen

Deense zeugen zijn vleesrijk met een gunstige spek-spierverhouding. Ze staan bekend om het grote aantal levendgeboren biggen. Veelal worden ze in Nederland geïnsemineerd met Piëtrain sperma, omdat de Nederlandse exporteurs daar om vragen. Door met Piëtrain te kruisen blijven de biggen ook interessant voor de Nederlandse markt. Deense zeugenhouders kruisen veelal met Duroc-beren. Ze leveren daarbij af op 30 kg lichaamsgewicht, hetgeen visueel mooie vleesbiggen oplevert. Door het hogere lichaamsgewicht zijn deze dieren robuuster en kunnen qua gezondheid tegen een stootje. Van Deense genetica zijn ook verbeterpunten bekend. Zo is het aantal functionele spenen zeker niet groter dan bij andere zeugen terwijl de tomen wel groter zijn. Volgens sommigen zouden deze zeugen minder duurzaamheid zijn en een hoger voerverbruik hebben.

Tabel 1 Vergelijking zeugen uit Denemarken en Nederland

Opfok

Een goede opfok is de basis van een succesvolle productiezeug. Een optimaal verlopende opfok is essentieel. De gezondheidsstatus van de opfokgelten met een Deense achtergrond is meestal anders dan de gezondheidsstatus van de zeugenstapel waar de dieren in terecht komen. Zo staat Denemarken bekend om zijn spf systeem. Meestal betreft dat een vrije status voor PRRS, APP en Mycoplasma. In sommige gevallen zijn de dieren echter ook vrij van Lawsonia (PIA). Deze dieren met een hoge gezondheidsstatus komen meestal terecht op bedrijven met een lagere status. Het gevaar is dan dat de Deense opfokdieren met hogere gezondheid op het nieuwe bedrijf ziek worden. Daardoor wordt de infectiedruk voor de aanwezige dieren ook groter. Het is uitermate belangrijk dat de aangevoerde dieren na een quarantaineperiode van zes weken een volledige adaptatie van zes tot acht weken ondergaan. Tijdens die adaptatie krijgen ze alle relevante vaccinaties toegediend en worden de dieren in contact gebracht met ziektekiemen van het bedrijf. Op deze wijze zijn de opfokgelten immuun tegen deze ziektekiemen op het moment dat ze in productie gaan.

Voeding en gewicht

Het is belangrijk dat het gewicht en de spekdikte goed met de leeftijd corresponderen. Enerzijds moeten de dieren voldoende ontwikkeld zijn. Anderzijds geeft een te zware opfokgelt ook problemen. In dat laatste geval gaat het bijvoorbeeld om het beenwerk. Bij beenwerkproblemen zijn de stofwisselingsparameters in het bloed soms afwijkend. De Heus deed inmiddels veel ervaring op met bloedonderzoek. Dit onderzoek biedt aanknopingspunten om de problemen aan te pakken. Nog belangrijker is het volgende: indien de dieren als opfokgelt te zwaar zijn, blijven ze meestal te zwaar en hebben ze daardoor gedurende hun gehele productieve leven meer onderhoudsvoer nodig. Dit is een verklaring voor de problemen in Denemarken met een te hoge voeropname en meer vervanging en ruiming. Er ontstaan in de opfok ongewenst vleestypische dieren die maar moeilijk spek aan kunnen zetten. Hierdoor ontstaan er eerder doorligplekken op de schouderbladen en worden de zeugen in Denemarken eerder geruimd. Daarom is het van wezenlijk belang om gewicht en spekdikte te bewaken en te zorgen voor een goed beenwerk door te sturen met de voergift en ook met voersoort. De opfokvoeders dienen in verband hiermee voldoende vitamines en mineralen te bevatten.


Grafiek Advies gewichtsverloop verschillende genetica

Advies conditie

Het gemiddelde geslacht gewicht van Danbred zeugen bedraagt 180 tot 190 kg. Aan de hand van de slachtgegevens kunt u controleren hoe zwaar uw zeugen zijn. Hiermee kunt u de conditie van de zeugen in de gaten houden en sturen. De in Nederland doorgaans gebruikte zeugen wegen bij slacht 160 tot 170 kg.

Dracht

Als met de opfok een goede basis is gelegd, hebben Deense zeugen niet heel veel meer voer in de dracht nodig dan andere genetica. Deense zeugen zijn goede eters, we moeten er voor waken dat ze niet te snel voer opnemen en te veel gevoerd worden. Er zijn een aantal aandachtspunten. Met name aan het begin van de dracht dient het voerniveau voldoende hoog te zijn. Dat is belangrijk voor het bewaren van de rust in de groep en een goede vruchtbaarheid. Belangrijk is ook een lage EW te combineren met een voldoende hoog gehalte aan ruwe celstof. Ook daardoor blijven de dieren rustiger en overvreten ze zich niet. Verder is het belangrijk om te waken voor te veel spiergroei. Daarbij dienen de gehaltes aan vitamines en mineralen wel op een voldoende hoog niveau te zitten.


Tabel 2 Gewenste spekdiktes bij dekken en werpen voor Deense gelten en zeugen

Kraamperiode

Ook in de kraamafdeling past het beste een voer met een wat lagere EW. Na inleg in de kraamstal mag het voerniveau niet te hoog zijn. Anders is de kans op oedeemvorming in het uier groter en ontstaan er eerder problemen met het afbiggen en het op juiste wijze opstarten van de melkgift. Waak na het werpen meer dan normaal voor een te snelle opstart van de voergift. Na tien dagen kan de voeropname in de kraamafdeling behoorlijk hoog zijn. In Denemarken worden opnames genoemd van 12 kg per zeug per dag. Daarbij wordt dan wel driemaal per dag gevoerd en wordt de temperatuur in de kraamstal voldoende laag gehouden (maximaal 19 °C). Het advies van De Heus is extreme voeropnames te vermijden zodat de zeugen einde kraamperiode niet te veel spieren aanzetten.

Deense genetica inzetten

Deense genetica kan succesvol op bedrijven ingezet worden maar heeft wel een aantal bijzondere kenmerken. Met de kennis van De Heus bieden wij u een welkome aanvulling op de ‘gebruiksaanwijzing’.