Bestrijding Salmonella Java en Infantis

17 mei 2018
-
3 minuten

Salmonella komt bij vleeskuikens in verschillende varianten voor. Vooral bekend zijn de varianten Enteritidis en Typhimurium. Bij een besmetting met deze soorten mag het vlees, omwille van risico’s voor de humane gezondheid, alleen na verhitting op de markt gebracht mag worden en heeft de hele keten een forse schadepost.

Indien een bedrijf besmet is geraakt, dan is het zaak alles grondig te reinigen en te ont­smetten en daarmee is het probleem in de meeste gevallen snel op te lossen. Er zijn echter ook varianten die voor hardnekki­gere besmettingen zorgen. Dat zijn bijvoor­beeld Salmonella Java en Salmonella Infan­tis. Wanneer een bedrijf eenmaal door een van deze twee typen besmet is geraakt, is het erg moeilijk om ervan af te komen, zeker wanneer het probleem niet direct op het juiste niveau erkend wordt.

Consequenties

Tot voor kort had een besmetting met Java of Infantis relatief weinig consequenties voor het betreffende vleeskuikenbedrijf. De kuikens konden weliswaar niet aan alle slachterijen geleverd worden, maar ook voor deze kuikens kon er afzet gevonden worden. Uit onze contacten met slachterijen blijkt dat deze besmette kuikens steeds moeilijker de weg naar de eindconsument vinden. Hierdoor wordt de noodzaak om Salmonellavrij te zijn voor alle vleeskuiken­bedrijven steeds groter, omdat er anders restricties zijn aan de afzetkant.

Besmetting

De oorzaak van een Java­ of Infantis­besmetting is vaak moeilijk te achterhalen. De besmette bedrijven wijken in geen enkel opzicht af van de overige bedrijven. Er wordt soms de suggestie gewekt dat het met hygiëne te maken heeft, maar in de praktijk blijkt dit zeker niet juist. De getroffen bedrijven zijn op de een of andere manier in aanraking gekomen met deze zeer vervelende besmetting en heb­ben vaak al diverse kostbare maatregelen genomen om ervan af te komen. De resul­taten zijn echter zeer wisselend en wonder­middelen bestaan helaas niet.

Vooruitgang

Gelukkig wordt er wel vooruitgang geboekt. Bedrijven die recentelijk voor de eerste keer besmet zijn geraakt, worden door ons gewaarschuwd en halen alles uit de kast om direct van hun besmetting af te komen. In de meeste gevallen lukt dat gelukkig ook. Voor de chronisch besmette bedrijven ligt dat anders. Bij hen hebben verschillende maatregelen helaas niet tot resultaat geleid. En dat terwijl er vaak forse maatregelen genomen worden. Er zijn zelfs bedrijven die alle stallen gedemonteerd, schoongemaakt en ontsmet hebben en die alsnog positief bleken. Om moedeloos van te worden!

Dankzij het feit dat we vooruitgang zien,

blijven we gemotiveerd om de salmonella te blijven bestrijden

Ontwikkeling plan

Om deze chronisch besmette bedrijven te ondersteunen is De Heus in 2015 begon­nen met het ontwikkelen van een actieplan. Daarbij werd met een aantal dierenartsen en laboranten een bedrijf net voor de opzet bezocht. Op het eerste oog leek alles goed schoongemaakt en ontsmet, maar na een uitgebreide monstername bleek dat uit diverse monsters toch nog salmo­nella gekweekt kon worden. Er was echter geen tijd meer om opnieuw te reinigen en ontsmetten. De metingen werden daarom als uitgangspunt genomen voor het reini­gen (is ontvetten) en ontsmetten tijdens de leegstand voor de volgende koppel. Daarbij kregen de plekken waar positieve monsters waren aangetroffen extra aan­dacht en werden er gelijk weer uitgebreid monsters genomen. Vooral door de stal goed te ontvetten, werd de meeste voor­uitgang geboekt. Daarnaast werd er voor de opzet van de koppel een voermonster van de eindpan en een watermonster geno­men. Bovendien werden er, telkens als de kuikens opgezet waren, elke week stalmon­sters genomen en werd het reinigings­ en ontsmettingsplan aan de uitslagen aange­past. Door deze aanpak elke ronde te her­halen, nam de infectiedruk sterk af.

Resultaten

Inmiddels hebben er zo’n 400 monster­ names plaatsgevonden met uiteenlopende uitslagen. Bij de positieve staluitslagen zijn vooral kieren, naden, afvoerputjes en tempexkevers positief. Op bijna alle deel­nemende bedrijven zijn de resultaten zeer bemoedigend. Er zijn zelfs bedrijven die al enkele koppels met alle stallen negatief zijn. Deze bedrijven zijn zich ervan bewust dat ze op moeten passen. De bron van de besmetting is misschien nog op het bedrijf aanwezig en gericht, bemonsteren, reinigen en ontsmetten blijft daarom noodzakelijk. De aanhouder wint!