De beste graskuil maakt u zo

01 april 2011
-
3 minuten

We gingen op zoek naar de best geconserveerde kuil van het afgelopen jaar. De winnende graskuil is geoogst en ingekuild door maatschap Kregel-Kalverboer te Zuid-Schermer en is een derde snede.

Omdat het maken van een goede kuil van de derde snede echt vakmanschap vergt, werd deze kuil de winnaar. Een latere snede is namelijk moeilijker te conserveren dan een kuil van de eerste of tweede snede. De uitstekende kuil van de maatschap Kregel-Kalverboer heeft een conserveringsindex van 96 en een broeigevoeligheid van 1. Ter vergelijking, de gemiddelde kuil van afgelopen zomer, onderzocht door Blgg AgroXpertus, had een conserveringsindex van 84 en een broeigevoeligheid van 41. De helft van de kuilen haalt de streefwaarde van 80 tot 100 voor conservering niet en veel kuilen zijn broeigevoelig. De streefwaarde voor broeigevoeligheid ligt namelijk tussen 1 en 20. De waarden van de derde snede kuil van Kregel-Kalverboer liggen ruim boven het gemiddelde.


Figuur 1 Conservering en conserveringsindex van derde snede Kregel-Kalverboer.

Succesformule

We vragen maatschap Kregel-Kalverboer wat nu de succesformule is om zo’n topkuil te maken. Henk Kregel legt direct de Graslandkalender van 2010 op de keukentafel. ‘De graskuil is inderdaad de derde snede’, vertelt Henk. ‘Het gras komt van een perceel van 23 hectare groot.’ De rest van de cijfers haalt Henk van de kalender. Het afgelopen jaar is het perceel vanwege de droge zomer geen zes, maar vijf keer gemaaid. ‘Dit kostte ons precies één maaisnede,’ zegt Henk. Na de tweede snede hebben er op het perceel twee en een halve week schapen geweid. ‘De sleutel van het succes is natuurlijk het grassenbestand’, zegt Henk. ‘Dit is goed op orde, omdat we hier heel erg kritisch mee omgaan. We vernieuwen het grasland niet volgens een vastgestelde frequentie. We beoordelen het grassenbestand en grijpen rigoureus in als het nodig is: kwalitatief niet goed betekent direct grasland vernieuwen.’


Figuur 2 Kwaliteitsindex van topkuil van Kregel-Kalverboer.

Goed gras dankzij schapen

Het voorweiden door de schapen draagt bij aan een goed grassenbestand en een dichte zode. ‘Ook behielden we de greppels’, vertelt Henk. ‘Goede ontwatering is immers belangrijk voor goed grasland. Als gras te lang natte voeten houdt, gaat dit ten koste van een goed grassenbestand en de grasgroei.’

Inkuilen

Daarnaast besteedt de maatschap veel aandacht aan het inkuilen. Het streven is binnen twee dagen te kuilen en maximaal één keer te schudden, zodat er meer voederwaarde overblijft. De maatschap Kregel-Kalverboer streeft naar drogestofgehalte van 40 tot 45 procent en de kuil mag ook niet droger zijn. ‘Want dit gaat ten koste van de drogestofopname. Ook neemt bij een te droge kuil de broeigevoeligheid toe, omdat deze niet goed meer is aan te rijden’, legt Henk uit. ‘Het is onmogelijk om dan alle zuurstof tussen het gras vandaan te krijgen.’ Het in te kuilen gras wordt grof gehakseld. Het hakselen zorgt ervoor dat het gras homogeen in de sleufsilo komt. Door grof te hakselen blijft de structuur behouden. ‘Het inkuilen is bij ons geen haastklus’, zegt Henk. 'Wij verplichten de loonwerker om de tijd te nemen. De shovelchauffeur bijvoorbeeld bepaalt het moment dat de volgende wagen gras gelost kan worden.’ Verder noemt Henk nog de doseerwalsen die zorgen voor een gelijkmatige verdeling en een betere verdichting. In de sleufsilo wordt het gras binnen de wanden ‘hol’ aangereden en ‘bol’ zodra het gras boven de silowand uitkomt. Aan de kuilen wordt Bonsilage Plus toegevoegd om broei- en voerverliezen tot het minimum te beperken. ‘De snelle pH-daling van het gras in de kuil is de kracht van Bonsilage Plus’, stelt Henk.

Bonsilage conserveert uitstekend

Bonsilage Plus is één van de weinige inkuilmiddelen dat zowel de conservering bevordert alsook broei- en schimmelremmend werkt. Een snellere en betere conservering levert meer voederwaarde op en verbetert de smakelijkheid. Het remmen van broei en schimmels zorgt tijdens het uitkuilen en voeren voor minder voerresten. Kuilen met Bonsilage bevatten zes gram azijnzuur per kilogram product en kuilen zonder Bonsilage vier gram. Door Bonsilage stijgt het melkzuurgehalte van 14 naar 21 gram per kilogram kuil. Hierdoor hebben de kuilen met Bonsilage Plus een uitstekende conservering en zijn ze weinig broeigevoelig. Dit blijkt ook uit de cijfers van Blgg AgroXpertus (zie tabel 1).


Tabel 1 Kuilen met en zonder toevoeging. Bron: Blgg AgroXpertus.