Het gezond houden van het individuele dier en het koppel vee is de basis’- Erwin Hoogland, rundveedierenarts bij Phibro Animal Health Corporation
Erwin Hoogland, Rundveedierenarts bij Phibro Animal Health Corporation
“Ik ben elke dag bij de boer te vinden om te achterhalen waar ik kan helpen om de koeien gezonder te krijgen, om productiever én makkelijker te werken en om een hoger saldo per koe te realiseren. Het gezond houden van zowel het individuele dier als het koppel vee is de basis voor een goed saldo. Dat doe je door de weerstand zo hoog mogelijk te houden en de infectiedruk zo laag mogelijk. Van invloed op de weerstand zijn factoren als infectieziekten, voeding en stress. Voor wat betreft de infectiedruk spelen factoren als hygiëne en klimaat een rol. Door deze factoren inzichtelijk te maken, hou je het voor de boer zo concreet en praktisch mogelijk. Dat vind ik erg belangrijk. Zo wordt het voor iedereen makkelijker om het koppel vee gezond te houden.”
“Een van de dingen die ik vaak in de praktijk zie, is dat er een infectieziekte voorkomt, zoals BVD, IBR of salmonella. En iedereen weet: het melken van honderd gezonde koeien is niet heel spannend, je krijgt werk als je een paar koeien hebt die niet gezond zijn. Dat kost tijd en geld, omdat alle energie en eiwit richting weerstand verdwijnen en niet worden omgezet in melk. Daarnaast loop ik bij de boer vaak tegen een gat tussen theorie en praktijk aan. De berekening van het basisrantsoen en het aanvullende krachtvoer is doorgaans perfect voor elkaar. Maar hoe zorg je ervoor dat de koeien het berekende rantsoen zo goed mogelijk opnemen? Hiervoor is geen gouden formule, want ieder bedrijf is uniek, met een unieke boer, unieke omstandigheden en unieke koeien. Het is de truc om er met de boer achter te komen wat ‘ie kan doen om het gat tussen theorie en praktijk te dichten, want op dit vlak is de meeste winst te behalen.”
Andries-Jan de Boer, financieel adviseur bij 3D Agro Advies
“Samen met de melkveehouder beoordeel ik hoe het bedrijf draait en kijk ik welke stappen genomen kunnen worden om het financieel resultaat te verbeteren. Dit doen we zowel strategisch, als wat bedrijfsvoering betreft. Hierbij speelt het koesaldo een grote rol. Voor een goed saldo per koe zijn een aantal zaken nodig: een hoge productie met goede gehalten, een voerinput die daarmee in balans is en kosten voor onder andere diergezondheid en fokkerij die binnen de perken blijven. Hierbij is het zaak te zoeken naar de juiste balans. Zo zijn te hoge voerkosten niet goed, maar te lage zeker ook niet: als je een stuk aan melk en gehalten mist, heb je een lager koesaldo. Daarnaast moet je bedenken wat bij jezelf past, als ondernemer: ben je een ondernemer van low input en low output, of high input en high output? Het mooiste is natuurlijk een systeem van relatieve low input en high output, dan verdien je het meest.”
‘Wil je op termijn een goed koesaldo, dan moet je vandaag de juiste fokkeuzes maken’
“Het is zoeken naar de juiste stappen in je bedrijf om dit goed voor elkaar te krijgen. Let op de kwaliteit en benutting van je eigen ruwvoer, zorg ervoor dat je ruwvoer goed uitgebalanceerd is en stuur bij waar nodig. Werk gestructureerd – koeien houden van structuur – en zorg voor een stressvrije en gezonde veestapel. Vergeet ook de fokkerij niet: wil je op termijn een goed koesaldo, dan moet je vandaag de juiste fokkeuzes maken. Doe hierin geen concessies, want een koe die genetisch stukjes mist, maakt het je over een paar jaar lastig. Tot slot: wees je bewust van getallen. Getallen uit je praktische bedrijfsvoering – de KPI’s – van productie, vruchtbaarheid, veevervanging, gezondheid, voerverbruik en fokkerij. Denk bijvoorbeeld in euro’s per koe: wat stop ik er op jaarbasis in en wat haal ik eruit? Als de getallen goed zijn, draait je bedrijf ook goed. Dus breng ze in beeld, bespreek ze maandelijks, beoordeel ze en stuur eventueel je management bij. Dat is de crux om tot een optimaal resultaat te komen.”
Maarten Burgmans, melkveehouder en akkerbouwer
“De afgelopen jaren zijn we flink gegroeid met ons melkvee en hebben we veel werk geautomatiseerd, van voeren tot melken. Voor ons zit de uitdaging ‘m de komende jaren in optimalisatie. Voor het optimaliseren van je melkproductie en het verhogen van het saldo, moet de balans binnen je bedrijf goed zijn. Dit gaat hand in hand met zaken als arbeid, voerefficiëntie en diergezondheid. Die balans is voor iedere ondernemer anders: dat ligt aan de wensen van de persoon, aan de huisvesting, aan het voer, aan de koeien… Zo wil de ene ondernemer een hogere melkproductie, terwijl het voor mij het belangrijkst is dat het werk in de stal probleemloos loopt, omdat we ook akkerbouw doen. Natuurlijk wil ik ook een hogere melkproductie, maar dat mag niet ten koste gaan van arbeid of diergezondheid.”