Hoe zorgt u voor evenwicht in de pens?

14 maart 2016
-
2 minuten

Jolmer de Vries is specialist Rundvee bij De Heus Voeders in de regio Zuid-Drenthe en Noord Overijssel. In deze regio helpt hij melkveehouders hun doelen te realiseren. Jolmer is al 10 jaar in de veevoersector actief. Tussentijds heeft Jolmer een periode van drie jaar gewerkt als agrarisch bedrijfsadviseur bij een accountantskantoor. Door de brede kennis van wet- en regelgeving, het kennis hebben van de bedrijfseconomische boekhouding én de praktische advisering is het voor Jolmer mogelijk snel een totaaloverzicht van melkveehouderijbedrijven te krijgen.

Laten we gelijk concreet worden; wat zijn oorzaken van problemen met de pens?

Dat kan aan verschillende dingen liggen. Wat wij op dit moment regelmatig tegenkomen is pensverzuring waarbij de oorzaak te vinden is bij relatief ‘snelle’ graskuilen. Mijn collega Gerrit Koersen heeft daar eerder op onze site ook aandacht aan besteed in zijn artikel over de aspecten van goed ruwvoer. In de praktijk blijkt dat met name de eerste en tweede snee kuilen veel sneller zijn dan gedacht wordt. De kuilen laten op papier nog wat rust zien, maar zijn in de praktijk veel sneller.

Hoe kan de melkveehouder dit constateren?

Je kan dit bij de kuil voelen, zien en ruiken. Wordt alert bij kuilen waarvan het ingekuilde gras ‘slap’ is, kuilen die vochtig aanvoelen en kuilen die zuurder ruiken. Als je dat als veehouder constateert weet je dat je moet schakelen in je denken én in het rantsoen. Mocht je bovenstaande gemist hebben, en zo’n kuil maakt onderdeel uit van het melkveerantsoen, dan zie je een aantal typische kenmerken bij de melkkoe. Je ziet wisselende mest, de koeien zijn vaak ‘vuilig’ op de achterkant en kunnen schuimvorming op de mond hebben. In een wat verder gevorderd stadium liggen ze met de ‘nek om’ (kop op de pens). Ook kan het zijn dat je een langere periode minder melkt dan je gewend bent zonder dat je de werkelijke oorzaak goed kunt achterhalen. Bij robotbedrijven zie je regelmatig dat er minder activiteit op de melkrobot is. Allemaal kenmerken die kunnen wijzen op een pens die niet gezond is.

Uiteraard zie je een verandering in de productieprestaties. De melkproductie is matig en de gehaltes zijn minder mooi. Met name het vetpercentage kan aan de lage kant zijn. Wanneer de pens langdurig instabiel is, loopt daarnaast ook de vruchtbaarheid vaak terug en zie je klauwproblemen ontstaan.

Welke mogelijkheden zijn er om dit te corrigeren?

Als je bovenstaande hebt geconstateerd ga ik als voerspecialist samen met de melkveehouder op zoek naar mogelijkheden om het rantsoen minder snel te maken. Mijn eerste uitgangspunt is altijd te kijken of er correctie mogelijk is met ander aanwezig ruwvoer op het bedrijf. Denk bijvoorbeeld aan het corrigeren met een kuil die wél traag is. Zo’n kuil kan je prima gebruiken om te combineren met de snelle kuil. Waar het omgaat is dat je op zoek gaat naar tragere voeders met voldoende structuur.

Mocht er niet gecorrigeerd kunnen worden met andere kuilen, dan moeten we gaan kijken naar aanvullende voeders. Hiervoor zijn meerdere opties mogelijk. Je kan bijvoorbeeld er voor kiezen om minimaal 150 gram Natriumbicarbonaat per koe per dag te geven. Dit kan je direct aan het voerhek doen, maar beter is het om de natriumbicarbonaat mee te nemen in de voermengwagen.

Een andere oplossing is het corrigeren door het bijmengen van sojahullen of andere structuurrijke producten als hooi en koolzaadstro. Het is belangrijk over te stappen naar een krachtvoerbrok met veel ruwe celstof. Zelf werk ik in snelle situaties veel met de Solide. Een mooie brok die heel goed past bij snelle kuilen. Deze wijziging in het rantsoen geven snel resultaat; binnen een week zie je veranderingen. De koeien ogen weer beter, hebben meer activiteit, en produceren betere mest.

Binnenkort komt de overgang naar het weiderantsoen. Welke invloed heeft dat op de evenwicht in de pens?

Dat is een goed punt, want dit kan inderdaad veel invloed hebben op het evenwicht in de pens. Als je als veehouder gebruik maakt van weidegang is het erg belangrijk om er voor te zorgen dat de koeien met een optimale pengezondheid naar buiten gaan. De pens van de koe moet in top gezondheid zijn zodat het verse gras, dat ook snel kan zijn, goed wordt gefermenteerd. Daarnaast is vers gras wisselend van samenstelling, bijvoorbeeld door weersinvloeden. Als de pens niet gezond is, is het moeilijk voor de koe om de wisselingen op te vangen. Dit geldt ook voor melkveehouders die hun koppel binnen houden en het verse gras aan het voerhek voeren.

Het is dus belangrijk dat de overgang naar vers gras zo vlak mogelijk is. Als de koeien straks naar buiten gaan is mijn advies om dit gefaseerd te doen. De eerste periode van het stalseizoen laat je de koeien bijvoorbeeld alleen de middag naar buiten gaan. Wanneer de pensen goed gewend zijn kan je dit uitbouwen naar een langere periode. Op deze manier blijft de pens stabiel en kan de koe de wisselingen opvangen. Het risico op pensverzuring wordt hiermee geminimaliseerd.

Welke andere aspecten hebben invloed op het evenwicht in de pens?

In principe is elke veranderingssituatie voor de koe een risico voor het evenwicht in de pens. Met name stress-situaties kunnen pensverzuring veroorzaken. De periode rond het afkalven is zo’n situatie. Pas gekalfde koeien kunnen een te lage voeropname hebben waardoor pensproblemen ontstaan. Vaak vreet zo’n koe minder ruwvoer (dus minder structuurrijk voedsel) omdat ze zich nog niet helemaal lekker voelt. Deze koe help je door zo’n periode heen door te voederopname te stimuleren en te zorgen dat ze voldoende ruwe celstof vreet. Ook de periode vóór het afkalven kan hierop van invloed zijn. Het juiste droogstandsprogramma zal de koe in dit traject optimaal ondersteunen.

Heeft u een vraag aan Jolmer? Dat kan! Maak gebruik van het contactblok en stel hem uw vraag!