De varkenshouderij staat voor grote uitdagingen. Om te voldoen aan milieuen welzijnseisen moet u voor 2013 veel investeren en offers brengen. De maatschappelijke druk om verantwoord om te gaan met antibiotica komt daar bovenop. Kunt u onder deze omstandigheden nog een gezond rendement behalen? Het voorbestaan van de varkenshouderij is in het geding. De succesfactoren kwantiteit , kwaliteit en kracht van de sector geven de doorslag.
K1 = kwantiteit
Efficiënte productie van biggen en vlees vereist een bepaalde bedrijfsomvang. Zeugenbedrijven groeiden de afgelopen jaren fors en deze groei zet de komende jaren door. Zeugenhouders kunnen door de grotere eenheden de kosten per big drukken en voldoen aan de vraag naar grote koppels. Om grote koppels te leveren, schakelen ook zeugenhouders met minder dan vijfhonderd fokzeugen over op meerwekensystemen. Vleesvarkenshouders verbeteren het rendement door te kiezen voor bedrijfsall in-all out. Hierbij hebben ze behoefte aan grote koppels biggen. Tevens kunnen ze daardoor uniforme grote koppels vleesvarkens leveren. Dat door de efficiënte dierstromen de duurzaamheid toeneemt, is een bijkomend voordeel.
Kwantiteit is belangrijk om grote koppels goede biggen te kunnen leveren
K2 = kwaliteit
Afzetmarkten en consumenten krijgen een grotere invloed op de productiekolom. Deze wordt meer vraaggestuurd. Denk bijvoorbeeld aan Milieukeur, Starconcept, Welfare en berenproductie. Door hierop in te spelen met uw bedrijfsvoering, kunt u meerwaarde en extra rendement behalen. Vleesvarkenshouders maken als eerste de afweging en vertalen hun keuzes naar de inkoopeisen van de big. De kwaliteit van de big wordt dan op twee fronten cruciaal: het uitgangsmateriaal moet geschikt zijn voor de marktgerichte productie en de gezondheidsstatus moet hoog zijn. Dit laatste is nodig om de technische resultaten te waarborgen en in te spelen op een antibioticavrije productie. Nederland als grote exporteur van miljoenen biggen zal hierbij een voorlopersrol moeten vervullen om succesvol te zijn op de Duitse markt, waar Denemarken een grote concurrent is.
K3 = kracht van de sector
De Nederlandse varkenshouderij laat al decennia lang veerkracht zien en weet telkens te overleven. De varkenssector staat borg voor inventiviteit, innovatiekracht, gunstige infrastructuur en ondernemerschap. Dit alles tezamen vormt de kracht van de sector. Onze mentaliteit wordt mooi aangegeven in het Nederlandse wapen: luctor et emergo. Ik worstel en kom boven.
Een belangrijke kracht van de Nederlandse varkenshouderij is innovatiekracht
Om onze concurrentiepositie in Europa te behouden is het van wezenlijk belang dat het ‘level playing field’ voor alle EU-landen gelijk is. De omstandigheden bij ons moeten net zo goed zijn als in andere landen. Extra hoge eisen op het gebied van milieu, bedrijfsontwikkeling of welzijn verslechteren onze positie op Europees niveau. Laat staan als import mogelijk wordt uit werelddelen die onder het wettelijke EU-niveau mogen produceren. De kostprijsverschillen die daardoor behaald worden geven een ongelijke strijd.