Tijdens de staldagen in de Alblasserwaard was een grote groep melkveehouders enthousiast bezig met het meten van het gewicht en de borstomvang van het jongvee. Hierdoor werden zij zich bewust van de potentiële groei van kalveren. Het bepalen van de conditie en het wegen waren de onderdelen van het programma. Met meer kennis van kalveropfok kunnen deze veehouders de groeiresultaten van kalveren op hun bedrijven verder verbeteren.
Het juiste ruweiwitpercentage in relatie tot het energieniveau is bepalend voor het succes
Kennis
Over de eerste maanden van de opfok, de melkperiode, is sinds jaar en dag veel informatie beschikbaar. Van de periode na de eerste drie maanden van de opfok is maar weinig bekend. Het Kaliber Jongvee Plan (KJP) voorziet juist in de behoefte aan kennis in de leeftijd van 5 tot 24 maanden. Deze periode verdelen we in de jeugd-, puber- en drachtfase. We berekenen voor deze periode het beste rantsoen, waardoor we een optimale groei van het jongvee bereiken. Het juiste ruweiwitpercentage in relatie tot het energieniveau is bepalend voor het succes. In tabel 1 staan belangrijke normen voor VEM en ruw eiwit per kilogram droge stof.
* 2,75 tot het moment van insemineren en 3,0 – 3,25 op het moment van afkalven
Groeiresultaten
Eind 2010 heeft De Heus op enkele tientallen bedrijven de groeiresultaten gemeten: 800 kalveren die niet volgens het KJP en 600 kalveren die wel volgens het KJP waren gevoerd. De resultaten van de KJP-kalveren waren veel beter. De grootste winst in groei per dag is te realiseren in de jeugdfase (5 – 8 maanden). De extra groei ligt dan op 140 g per dag! In de puberfase (8 – 14 maanden) is de extra groei minimaal 30 g per dag en in de drachtfase (14 maanden – 2 jaar) is de groei 112 g per dag hoger. In totaal heeft het jongvee dat volgens het KJP gevoerd is een extra groei van ongeveer 50 kg gerealiseerd (figuur 1).
Geen overmatige conditie
Voeren volgens de KJP-norm betekent dat de dieren normaal in conditie zijn en vooral niet te vet worden. Dieren met een overmatige conditie groeien langzamer (zie de rode lijn in figuur 2). Kalveren kunnen in de praktijk nog harder groeien. Hiervoor moeten ze wel krap in conditie worden gehouden. De ruglijn van het jongvee mag niet gevuld zijn en de ribben moeten zichtbaar blijven.