Korrelmaïs drukt de voerkosten

01 februari 2011
-
2 minuten

Beetje bij beetje breidden Johan en Marita Wellens in 25 jaar tijd hun bedrijf, De Schanshoeve, uit. De nieuwste stal is er één voor 2.300 vleesvarkens. De torensilo verraadt dat ze op De Schanshoeve meer voeren dan alleen krachtvoer.

Achter de stallen staat op het bedrijf van Johan en Marita Wellens in het Belgische Olmen een enorme metalen torensilo. ‘Daar kan zeshonderd ton korrelmaïs in’, zegt Johan. ‘De maïs verbouwen wij zelf. Toen wij in 1992 de vleesvarkensstal bouwden, werden we op het idee gebracht om brijvoer te voeren. Dat vinden wij nog steeds aantrekkelijk. Vanaf 2003 voeren we ook brij in de kraamhokken.’ Johan is een ondernemende varkenshouder die het leuk vindt om interessante bijproducten op het spoor te komen en aan te kopen. In de loop der jaren is de brijvoedering sterk verbeterd. De installaties zijn veel nauwkeuriger geworden. ‘Er is ook veel veranderd’, zegt Marita. ‘Er zijn nu certificaten en er is veel meer controle. Dat is soms lastig, maar uiteindelijk wel een goede zaak. Het belangrijkste voordeel van brijvoer is de lagere voerprijs.’ Het brijteam van De Heus berekent de rantsoenen, controleert de werking van de brijvoerinstallatie en de conservering van de maïskorrels, die ‘s nachts gemalen worden tot CCM . Naast korrelmaïs voert Wellens tarweproducten en bijproducten uit de zuivelindustrie. Het voer voor de vleesvarkens bestaat voor tachtig procent uit bijproducten, maar dat voor de zeugen voor tachtig procent uit mengvoer. Johan: ‘Bij zeugen is een stabiel samengesteld voer belangrijk.’

Milieu

Net als hun Nederlandse collega’s zijn ook Vlaamse varkenshouders gebonden aan milieuregels. Er zijn regels voor de mestafzet en richtlijnen voor de uitstoot van ammoniak. Vanwege de ammoniak is de nieuwe vleesvarkensstal van Johan en Marita uitgerust met een luchtwasser. De nieuwe stal heeft een ventilatieplafond met glaswol. Kanalen in de lengte van de stal transporteren de af te voeren lucht naar de luchtwasser. Op een ingenieuze manier is de naastliggende stal ook op het systeem aangesloten, zodat de luchtwasser de lucht van twee stallen zuivert. ‘Dit is een volledig biologische luchtwasser’, zegt Johan Wellens. ‘Ik heb hiervoor gekozen omdat ik het toepassen van zuren niet zo zie zitten.’ Bacteriën in vier tanks halen de mineralen en andere verontreinigingen uit het sproeiwater. Johan: ‘Het waterverbruik is 45 tot 50 liter per plaats per jaar. Het is nog experimenteel, dus ik wacht af hoe het allemaal gaat functioneren.’ Omdat de stal onder hoogspanningskabels staat, mag er niet hoger dan 5,60 meter worden gebouwd. Daardoor kon Johan geen grote kranen inzetten en mocht hij geen hoge stal bouwen, zoals tegenwoordig gebruikelijk is.

Zelf bouwen

Met de laatste uitbreiding krijgen Johan en Marita weer een gesloten bedrijf. Het totaal komt nu op 400 zeugen en 3.000 vleesvarkens. ‘We hebben wel eens eerder een gesloten bedrijf gehad’, zegt Marita. ‘We begonnen in 1985 met 200 zeugen. In 1992 werd het bedrijf gesloten toen we er een vleesvarkensstal bijbouwden. Enkele jaren daarna hebben we het aantal zeugen uitgebreid en dan nu weer het aantal vleesvarkens.’ Johan behoort tot het type ondernemende varkenshouders. Hij bouwde het grootste deel van de stallen zelf. Afgezien van de ruwbouw deed hij al het werk zelf.