Lage voeropname direct na het spenen kan grote gevolgen hebben voor de biggen

30 maart 2021
-
3 minuten

Een goed verlopende biggenopfok begint in de kraamstal. Maar de omstandigheden rondom het spenen zijn erg ingrijpend voor biggen. Het is dan ook belangrijk om er goed op te letten dat biggen voldoende voer op blijven nemen. Doen ze dat niet, dan kan dat grote gevolgen hebben.

Optimale omstandigheden in de kraamstal

In de kraamafdeling is het koppel vanaf het begin nagenoeg bijeengebleven waardoor er een duidelijk hiërarchie is en elke big zijn plaats weet. Ook kunnen de biggen bijna elk uur bij de zeug drinken, waardoor ze uiteindelijk dagelijks een liter melk opdrinken. Verder is er continu vast voer beschikbaar in bijzetbakjes die voor alle biggen goed toegankelijk zijn. Door goed bij te voeren in de kraamstal, zullen bijna alle biggen daardoor gewend zijn aan de opname van vast voer voor het spenen. Ten slotte heerst er in de kraamhokken een redelijk constant microklimaat (warmte, goede luchtcirculatie etc.).

Overgang zo klein mogelijk maken

Bij het spenen gaan de biggen van het kraamhok naar de biggenopfokafdeling. Dit is een enorm grote verandering. Het is daarom de kunst om na het spenen vergelijkbare omstandigheden te creëren, maar dat valt nog niet mee. Als je kijkt naar het klimaat dan moet de biggenafdeling namelijk goed gereinigd en gedesinfecteerd zijn, maar ook snel droog wanneer de nieuwe biggen geplaatst worden. De afdeling moet goed verwarmd zijn, maar ook goed geventileerd. En omdat de jonge biggen de eerste dagen na het spenen nog niet toekomen aan hoge voeropnames en zelf niet veel bijdragen aan de verwarming van de afdelingen, moet er veel warmte toegevoegd worden. Dit heeft niet alleen hogere stookkosten tot gevolg, maar ook het risico dat er onvoldoende geventileerd wordt. Hierdoor kunnen hoge CO2-gehaltes ontstaan op bighoogte. Te hoge niveaus aan CO2 maken je suf waardoor de activiteit (en dus ook de voer- en drinkwateropname) van de biggen afneemt.

Alles eerlijk delen

Waar er gewerkt wordt met grote groepen biggen, is er extra aandacht nodig om ervoor te zorgen dat alle biggen de eerste twee tot drie dagen voldoende voer opnemen. Door biggen na het spenen van het ene koppel bij het andere koppel te leggen, of door menging van de koppels in totaliteit, moet er direct na het spenen een nieuwe hiërarchie worden vastgesteld. Daarom is het belangrijk dat de hokinrichting ertoe bijdraagt dat voer en drinkwater uitnodigend aangeboden worden, opdat ook de biggen onder in de hiërarchie gemakkelijk toegang hebben. Dat betekent in de meeste gevallen extra voer- en/of drinkwaterbakken plaatsen gedurende de eerste twee tot drie dagen. Het uiteindelijke doel is dat er zo min mogelijk biggen met dunne buikjes rondlopen na het spenen.

Eten ze allemaal genoeg? Doe de Ketontest

Naast het beoordelen op het oog, is er een simpele objectieve bloedtest om te bepalen of individuele biggen twee dagen na het spenen voldoende gegeten hebben. Bij biggen die niet of te weinig eten, wordt namelijk geleidelijk steeds meer lichaamsvet afgebroken waarbij ketonlichamen in het bloed verschijnen. Deze kunnen aangetoond worden in het bloed met een sneltest (Ketontest). Dergelijke testen worden ook humaan gebruikt. Door van alle biggen in het hok een druppeltje bloed af te nemen uit het oor, ontstaat een betrouwbaar beeld met betrekking tot de individuele voeropname van het koppel.

Voorkom inhaalslag

Voor de algehele weerstand van de biggen is een goede voeropname direct na het spenen erg belangrijk. De darmvlokken raken fors verkort en functioneren niet meer als er tijdens de eerste twee dagen na het spenen te weinig voer wordt opgenomen en daardoor komt de vertering van het voer ernstig onder druk te staan. Doordat de biggen na twee dagen niet eten aan een inhaalslag beginnen, zal extra veel voer de darm passeren. Dit leidt dan weer tot speendiarree. Het duurt dan 10 tot 14 dagen voordat de darm weer helemaal hersteld is. Deze verzwakte biggen ontwikkelen dan eerder longontsteking na het spenen en zijn gevoeliger om in deze periode hersenvliesontsteking of oedeemziekte (door E. coli) te krijgen. Al met al is er alle reden om veel aandacht te besteden aan de periode direct na het spenen. Door in die periode veel aandacht aan de biggen te besteden, gaat de rest van de biggenopfok een stuk gemakkelijker.