Vergeleken met 2011 (tabel 1) laten de voorjaarskuilen gemiddeld een lager ruw eiwitgehalte (19 g/kg ds), een hoger gehalte aan ruwe celstof (30 g/kg ds), een lager suikergehalte (46 g/kg ds) en een lagere verteringscoëfficiënt (3,5 procent) zien. Hierdoor scoren de VEM, SDVE en SOEB lager. De hoeveelheid glucose die een koe per kilogram droge stof beschikbaar heeft voor de productie van melk, ligt negen gram lager (12 procent). Op basis van een dagrantsoen van vijftien kilogram droge stof uit ruwvoer is er gemiddeld 135 gram glucose en 945 VEM minder beschikbaar. Om de koeien deze winter goed te laten presteren, moet het basisrantsoen sowieso gerepareerd worden met globaal een kilogram droge stof extra aan bijproduct, krachtvoer of krachtvoerachtige.
Tabel 1 Kwaliteit van meikuilen in 2012 ten opzichte van 2011 en 2010 en de matige (10% -) en beste (10% +) van 2012
Meikuilen komen voederwaarde tekort. Veel massa maar een lage verteerbaarheid en VEM-waarde
Matige meikuilen
10 procent van de in mei geoogste kuilen is matig van kwaliteit en bevat minder dan 800 VEM per kilogram droge stof (tabel 1). De matige kwaliteit heeft drie oorzaken: extreem hoge massa, laat maaien vanwege natte percelen en de kwaliteit van het grassenbestand. Bij deze matige kuilen is het voeren van flink wat extra energie en eiwit noodzakelijk. Verder zullen organisch gebonden sporenelementen moeten worden verstrekt vanwege het extreem hoge ijzergehalte. Met deze beter beschikbare sporenelementen is prima in de behoefte van de koe te voorzien.
Door de extreem grote massa per hectare is de verteringscoëfficiënt van het gras laag'
Conservering goed gelukt
De pH van de voorjaarskuilen is dit jaar iets lager dan in 2010 en 2011. Dit betekent dat de conservering over het algemeen goed is gelukt. Zowel het azijn- als het melkzuurgehalte is dit jaar hoger (tabel 2). Het hogere azijnzuurgehalte verkleint de kans op broei bij het openen van de kuil. Het hogere melkzuurgehalte bevordert de smakelijkheid en de opname van de graskuil. Let wel op: kuilen met extreem veel melkzuur (meer dan 70 g/kg) vragen een specifieke aanpak. In combinatie met weinig azijnzuur zijn deze kuilen namelijk juist gevoelig voor broei. Beperk na het openen de zuurstofindringing tot het minimum, door bijvoorbeeld zand of vierkante balen op de kuil te leggen. Zonder broei blijft het melkzuur beschikbaar, is het een prima energiebron voor de pensbacteriën en brengt het snelheid in het rantsoen voor de melkkoeien. Met behulp van de kuiluitslagen – rekening houdend met uw specifieke bedrijfssituatie – is het optimale rantsoen te berekenen en weet u exact welke reparatie u moet uitvoeren. Specialisten en handelaren van De Heus helpen u hier graag bij.
Tabel 2 pH, zuren en broeigevoeligheid van meikuilen 2012 ten opzichte van 2011 en 2010