Minder mestafvoer door hogere eiwitbenutting
Een hoge eiwitbenutting draagt bij aan een gevulde portemonnee. Eiwit uit eigen gras efficiënt benutten levert meer melkeiwit op of een besparing in de aankoop van eiwit. Daarnaast resulteert het in minder eiwitverliezen, en daarmee een lager ureumgehalte in de melk. En dat levert nog meer voordelen op.
Minder mest afvoeren
De stikstofexcretie van melkvee wordt bepaald aan de hand van de melkproductie en het ureumgehalte in de melk. Per punt ureum scheelt dat 1,5 tot 2 kg N / koe / jaar. Stikstof die de koe via die weg niet uitstoot, hoeft ook niet te worden afgevoerd.
Voorbeeld
Een bedrijf telt 100 koeien.
De gemiddelde melkproductie is 9500 kg melk / koe / jaar.
Als het gemiddelde ureumgehalte zakt van 22 naar 18 mg / 100 g melk,
dan zakt de stikstofexcretie van 127,5 naar 121 kg N / koe / jaar.
Dat scheelt 6,5 kg N / koe / jaar. Dus op 100 koeien scheelt dat 650 kg N / jaar.
Bij een gemiddelde van 4 kg N per kuub mest, scheelt dat 162 kuub mest afvoeren.
Een lager ureumgehalte in de melk helpt dus om de mestproductie te verlagen. Nutriënten die je niet af hoeft te voeren, kun je zelf op het land benutten. Dit komt de ruwvoerkwaliteit weer ten goede.
Ruwvoer als sleutel
Die ruwvoerkwaliteit is eveneens de sleutel tot een goede benutting. Het grootste gedeelte van het rantsoen bestaat uit ruwvoer en dat is dan ook de basis voor een hoge eiwitefficiëntie. Hoe jouw ideale graskuil eruit ziet, is afhankelijk van jouw rantsoen.
Eiwitniveau
Het ideale eiwitniveau in jouw gras is bijvoorbeeld afhankelijk van het aandeel snijmais in jouw rantsoen. Een graskuil met een hoger eiwitniveau bevat een hoger aandeel onbestendig eiwit. Dit onbestendige eiwit is alleen te benutten door de koe als er voldoende energie op pens niveau beschikbaar is. Bij een hoger aandeel snijmais in het rantsoen mag het eiwitniveau in de graskuil ook hoger zijn. Enerzijds omdat de hoeveelheid onbestendig eiwit wordt verdund door de snijmais. Anderzijds omdat snijmais pens energie levert.
Eiwitkwaliteit
Ook eiwitkwaliteit speelt een belangrijke rol. Pensbacteriën kunnen slechts een beperkte hoeveelheid niet-eiwit-stikstofverbindingen zoals ammoniak en ureum omzetten in microbieel eiwit. De bacteriën groeien efficiënter op werkelijk eiwit dat bestaat uit aminozuren. Door tijdig, water-verdund en op maat te bemesten verbeter je de eiwitkwaliteit in het gras. Voldoende droog inkuilen vermindert de afbraak van aminozuren naar ammoniak tijdens de conservering van de kuil. Hiermee verhoog je de voederwaarde van het eigen geteelde eiwit voor de koe.
Gebruik het inkuilmiddel Bonsilage om de conservering sneller te laten verlopen. Hiermee wordt aantoonbaar minder werkelijk eiwit omgezet naar ammoniak.
Energie
Naast eiwitniveau en eiwitkwaliteit is vooral de energiedichtheid cruciaal. Hoe hoger het aandeel gras in het rantsoen, hoe belangrijker de energiewaarde van het gras. Goed verteerbaar suikerrijk gras levert de broodnodige energie aan pensbacteriën om het eiwit te benutten. Durf bij de eerste snede te wachten op een aantal dagen zon. Later op de dag maaien = meer suiker.
Optimaliseren
Het is dus belangrijk om het gras te winnen wat past in jouw rantsoen. Producten als RECYCLE of PMR+ kunnen je helpen om de eiwitefficiëntie nog verder te verhogen. Zo kun je meer melkeiwit produceren of besparen op eiwit aankoop. En je verliest minder stikstof via melkureum en/of mestafvoer.
Bespreek met je Rundveespecialist hoe dit op jouw bedrijf toegepast kan worden en wat het jou oplevert.
Over de auteur
Mieke van de Pas
Assistent Product Manager