De belangstelling voor mycotoxinen in voer is al eeuwen oud. Vooral in sommige werelddelen zijn de problemen de laatste decennia groot. Maar welke mycotoxinen zijn er eigenlijk en zijn ze schadelijk? Kun je ze eenvoudig aantonen?
Wat zijn mycotoxinen?
Mycotoxinen zijn door schimmels geproduceerde stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier. Ze komen wereldwijd voor in maïs, granen, soja en andere landbouwproducten. Mycotoxinen zijn er altijd al geweest in de natuur. De Romeinen beschreven al de giftige werking van ‘moederkoren’ dat vaak samengaat met het gebruik van rogge. Moederkoren veroorzaakt afsterven van vingers en tenen. In de middeleeuwen werden soms hele dorpsgemeenschappen getroffen via besmet brood. Ook andere schimmeltoxinen hebben de aandacht vanuit de volksgezondheid. Door intensieve controle blijven problemen hiermee gelukkig uit.
De werking van mycotoxineremmers is wisselend, daarom heeft het de voorkeur zo veel mogelijk ’schone’ grondstoffen te gebruiken
Bij het varken heeft een beperkt aantal schimmeltoxinen de aandacht. Het gaat om DON (Deoxynivalenol), het T2-toxine en zealarenon (ZEA), gevormd door verschillende Fusarium-schimmels. Van deze schimmels is de laatste jaren een type in opkomst dat soms verantwoordelijk is voor hogere gehalten mycotoxinen dan we gewend waren. Extra aandacht is dus vereist. Schimmeltoxines kunnen gevormd worden tijdens de teelt van landbouwgewassen, maar ook tijdens de opslag. Voor de diverse toxines zijn, op basis van wetenschappelijke studies, maximum normen voor veevoer vastgesteld. Door deze borging komt mengvoer met te hoge gehaltes mycotoxinen niet of nauwelijks voor. Toch kun je je afvragen wat de invloed is op een fokzeug die worp na worp top moet presteren om 35 biggen per zeug per jaar te kunnen afleveren. Om die topresultaten te realiseren zal de ondernemer op alle facetten van de bedrijfsvoering de lat op het hoogste niveau dienen te leggen. Dat geldt zeker ook voor de juiste voeding. Ook in de topsport zien we dat: een wielrenner die dagelijks een etappe in de Tour de France rijdt zal een meer uitgebalanceerde voeding gebruiken dan u en ik. Om mycotoxinen in voer te neutraliseren zijn diverse mycotoxinenremmers in de handel. Omdat de werking hiervan, afhankelijk van het toxine, wisselend is heeft het de voorkeur zo veel mogelijk ’schone’ grondstoffen te gebruiken.
Kenmerken belangrijkste mycotoxinen
DON: Deoxynivalenol wordt door de lever omgezet in een onschadelijk product, maar bij onvoldoende afbraak bereikt het de hersenen. Het gevolg daarvan is een remming van de voeropname. Varkens die een te hoge dosis opnemen worden misselijk en kunnen gaan braken. Uit nieuw onderzoek blijkt dat ook de darmintegriteit kan worden aangetast. DON kan de weerstand van het dier tegen ziekten verminderen. DON kan gemeten worden in het bloed.
T2-toxine: Dit toxine wordt volledig in de lever omgezet in andere producten en is daarom in het bloed moeilijk terug te vinden. Het is een toxine dat ontsteking veroorzaakt op de huid, maar ook in de maag irritatie kan veroorzaken.
ZEA: Zealarenon is een mycotoxine met een oestrogene werking. Het belang ervan ligt vooral op het gebied van de vruchtbaarheid. Met name bij opfokgelten, maar ook bij zeugen, wil je geen hoge gehalten in het voer. ZEA wordt door de lever van het varken omgezet in een toxine dat nog veel schadelijker is, namelijk alfa-zealarenon. Deze stof heeft een bij na 100 maal sterkere oestrogene werking dan de oorspronkelijke stof. Bij pluimvee en rundvee gebeurt deze omzetting niet. ZEA en ook alfa-zealarenon kun je meten in het bloed. Verschijnselen van ZEA kunnen zijn: rode klingetjes bij pasgeboren biggen en verminderde vruchtbaarheid bij gelten (zie grafiek).
Figuur 1 Het aantal antrale (vroeg stadium) follikels is het hoogst
bij de laagste zealarenon belasting in het voer.
Mycotoxine de oorzaak
Onderzoek naar mycotoxinen is mogelijk in voermonsters maar ook in bloed. Meestal wordt het onderzoek uitgevoerd naar een zeer beperkt aantal bekende mycotoxinen. Daarbij zijn verschillende laboratoriummethodieken mogelijk die gebruik maken van verschillende technieken en daardoor verschillende uitslagen kunnen geven. We weten inmiddels dat de bekende mycotoxinen verschillende chemische vormen kunnen hebben en dat niet alle vormen op het lab aangetoond worden. Verder weten we dat er bijna altijd combinaties van mycotoxinen voorkomen die, hoewel elk beneden de limiet blijft, toch gezamenlijk problemen kunnen veroorzaken. Eén en ander maakt het interpreteren van uitslagen er niet gemakkelijker op. Een geheel nieuwe techniek (LC-MS/MS) is in staat om 380 verschillende mycotoxinen in één keer te bepalen. Ook de verschillende chemische vormen komen daarbij in beeld. De techniek staat echter nog in de kinderschoenen en het interpreteren van de uitslag voor de praktijk is eigenlijk nog niet goed mogelijk.