Mycotoxine-arm voer voor een optimale uierkwaliteit
Ieder zeugenhouder ziet het weleens in zijn stal: zeugen met pijnlijke uiers. Je ziet dan dat delen van de uier dan zijn weggevallen, of dat de zeugen op de uier gaan liggen zodat de biggen er niet goed bij kunnen. Om de uiers in optimale conditie te krijgen is het belangrijk op de juiste manier te voeren met het juiste voer.
Optimale uierkwaliteit
Een goede uierkwaliteit is belangrijk om de biggetjes een optimale start te geven met voldoende biest. Je wilt daarom graag een zeug met 14, of liever nog 16, mooie, functionele, volle spenen met een normale spanning rondom de geboorte. Verschillende factoren zijn van invloed, maar op tijd beginnen met mycotoxine-arm voer is cruciaal.
Mycotoxine-arm voer in opfokperiode
Uit literatuuronderzoek blijkt dat de aanwezigheid van mycotoxinen in het voer een behoorlijk negatieve invloed kan hebben op de vruchtbaarheid en de uierkwaliteit van de zeug, ook op latere leeftijd. Dat komt doordat in de zoogperiode de lichaamsreserves van de zeug worden aangesproken en eventueel aanwezige toxinen dan met de vetverbranding in de bloedbaan terecht komen. Het is daarom van belang om al in de opfokperiode van de opfokgelten voer te geven waar zo min mogelijk mycotoxinen in zitten. In premium opfok- en zeugenvoer van De Heus worden uitsluitend dubbel geschoonde granen gebruikt, waardoor alle verontreinigingen, zoals kaf, stof en onkruidzaden verwijderd worden, want juist in deze bestanddelen is het risico op de aanwezigheid van mycotoxinen het grootst.
Opfokfase
In de opfokfase spelen ook de juiste voercurves en passende voersoorten een belangrijke rol. Ook het kiezen van de juiste schakelmomenten is belangrijk. Elk type zeug heeft een ander optimaal schakelmoment. Er zijn dus aparte voerschema’s voor DanAvl-, TN70- of PIC-zeugen. Het gewicht van de zeug is daarbij cruciaal. Wanneer de gelten te licht zijn bij het aandekken geeft dat problemen in volgende cycli. Te zware gelten kunnen uiervervetting en beenproblemen met zich meebrengen.
Dracht
Uiteraard is het ook de in de drachtperiode van belang om een goede uierkwaliteit te realiseren. Wanneer de zeug in het kraamhok is aangekomen heeft sturen op uierkwaliteit te maken met de voergift tot aan het werpen. De mestkwaliteit is in deze een goede graadmeter. Deze moet smeuïg blijven. Er moet gestuurd worden naar een gezonde uierspanning rondom werpen. Afhankelijk van de bedrijfssituatie en het type zeug zijn hiervoor meerdere strategieën. Er kan voor gekozen worden om lactatievoer te voeren tot het werpen, drachtvoer of transitievoer tot en met het werpen, of een combinatie van deze.