Nieuwe norm voor vleeskuikenwelzijn

28 december 2012
-
3 minuten

Het welzijn van vleeskuikens krijgt continu aandacht. Een welzijnsscore bepaalt onder meer hoeveel kuikens men in een stal mag houden. Vanaf volgend jaar geldt een nieuwe norm: de score voor voetzoollaesies. De Heus doet aanvullend onderzoek naar de factoren die bepalend zijn voor de praktijk.

De maximale bezetting in een vleeskuikenstal is 42 kg kuikens per vierkante meter. Dit is volgens de Europese Richtlijn waarop de Nederlandse normen zijn gebaseerd. Vleeskuikenhouders mogen deze hoeveelheid alleen toepassen als ze voldoen aan de welzijnsregels. De uitval moet onder andere lager zijn dan 3,5 procent en er moet een gunstige score zijn voor hakdermatitis (minder dan 15 procent aangetaste hakken). Vanaf 1 januari 2013 wordt de norm voor voetzoollaesies toegevoegd. Deze norm gaat de hakdermatitisscore vervangen. Voetzoollaesies zijn afwijkingen onder de poot (zie kader ‘Wat zijn voetzoollaesies?’). Voor vleeskuikenhouders is de bezetting belangrijk voor een optimaal rendement. Voetzoollaesies gaan hierbij dus een grote rol spelen. Vandaar dat De Heus onderzoek doet naar wat deze nieuwe score in de praktijk gaat betekenen.

Slachterijen

De score voor hakdermatitis werd van elk bedrijf afzonderlijk op de slachterijen bepaald. Dit gaat ook gebeuren met voetzoollaesies. In oktober zijn de slachterijen gestart met het monitoren van voetzoollaesies om ervaring op te doen. Vanaf januari 2013 worden namelijk de voetzoollaesiescores per stal officieel bijgehouden. Aan het eind van dat jaar wordt per stal een gemiddelde score berekend. Deze is bepalend voor de hoeveelheid kuikens die maximaal vanaf 2014 in de stal mogen worden opgezet. Is de score te hoog, dan mag de pluimveehouder vanaf 2014 niet de maximale bezetting van 42 kg per vierkante meter toepassen. Zie voor de berekening het kader ‘Vaststellen voetzoollaesiescore’.


Grafiek 1 Voetzoollaesie klasse

Oorzaken

Het is belangrijk om de oorzaken van voetzoollaesies te kennen. Dan kunnen we op tijd gaan bijsturen in de stal. Wageningen UR livestock Research voerde als eerste oriënterende onderzoeken uit in Nederland. Ze verzamelde een jaar lang via een steekproef pootjes en beoordeelde ze op voetzoollaesies. Vervolgens zijn de uitslagen geanalyseerd.

Twee derde aangetast

Uit deze analyse bleek dat twee derde van de kuikens aangetast is door voetzoollaesies. 38,4 procent van de vleeskuikens heeft ernstige voetzoollaesies. 35,5 procent heeft geen aantasting en 26,1 procent matige (zie grafiek). Het seizoen blijkt een grote rol te spelen. Zomerkoppels hebben minder problemen dan koppels die in maart en december zijn opgezet. Naast de invloed van het seizoen blijkt dat de dierenarts, pluimveehouder, broederij en voerfabrikant in meer of minder mate een rol spelen. Algemeen wordt aangenomen dat de strooiselkwaliteit van belang is. Nat strooisel bevordert het ontstaan van voetzoollaesies.

Aanvullend onderzoek

Het hiervoor genoemde onderzoek is een goede basis voor een eerste inzicht. We hebben echter een breder en intensiever onderzoek nodig om een goed advies aan pluimveehouders te kunnen geven. Een juist advies op het juiste moment is belangrijk om problemen te voorkomen.

Samenwerking

Met Wageningen UR startte De Heus in oktober van dit jaar een uitgebreid onderzoek. Onderzoekers bezoeken wekelijks praktijkbedrijven om de voetzoollaesies per stal te beoordelen. Ze brengen zo veel mogelijk factoren in beeld die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van voetzoollaesies. Daarbij koppelen ze resultaten uit het veld aan de waarnemingen van de slachterij. In dezelfde periode enquêteren de onderzoekers twintig bedrijven over management, stalbouw, klimaat, enzovoort. Ook deze uitkomsten worden gekoppeld aan de gegevens van de slachterij. Ten slotte worden alle gegevens geanalyseerd. De uitkomsten wijzen uit wanneer de voetzoollaesies ontstaan en welke factoren hierbij een belangrijke rol spelen.

Eerste resultaten

De eerste resultaten zijn veelbelovend. Ze laten zien dat voetzoollaesies vroeg in een ronde kunnen ontstaan. Het totale onderzoek loopt tot februari 2013. Daarna vertellen wij in dit magazine wat de resultaten en conclusies zijn.


Figuur 1 Voetzoollaesie score 0


Figuur 2 Voetzoollaesie score 2