Slim kuilen en voeren bespaart
Een lasagnekuil maken, alle krachtvoer via de melkrobot of de voercomputer verstrekken en op termijn de loonwerker laten voeren: zo bespaart de maatschap Van Raalte heel gericht op haar voer- en mechanisatiekosten én verlicht ze de werkdruk.
Johannes van Raalte en zijn ouders Albert Jan en Anny hebben in Dearsum een bedrijf met 130 melkkoeien en bijbehorend jongvee. Centraal op het erf van de maatschap staat een tweehonderd plaatsen tellende, twee jaar jonge ligboxenstal met twee melkrobots. De melkrobots staan prachtig symbool voor de bedrijfsfilosofie van de maatschap: waar mogelijk de werkdruk verlichten, kosten besparen en meer melk per man produceren. Johannes: ‘Vader wil het over enkele jaren rustiger aan gaan doen. Ik kan en wil niet alle werk op mijn schouders krijgen, maar wil ook geen arbeid aantrekken. Daarom moeten we slim met arbeid omgaan én kritisch zijn op de kosten.’
Lasagnekuil
Beter voer tegen lagere kosten en met minder arbeid. Het lukt de maatschap Van Raalte met hun zogenoemde lasagnekuil. ‘Het inkuilsysteem ligt aan de basis van een succesvol rantsoen’, weet Albert Jan. ‘Wanneer je je vakmanschap op het terrein van graslandbeheer, bemesting en inkuiltijdstip goed bundelt, neem je al een flinke voorzet voor supergoed eigen ruwvoer. Zo’n voorzet moet je dan nog wel inkoppen. Dat lukt met het juiste inkuilsysteem.’ Albert Jan en zijn zoon Johannes hebben het ideale systeem ontdekt: het gras wordt door de loonwerker in dunne lagen over de hele silo verspreid, als de vullingen van een lasagneschotel. Met elke kuilbeurt groeit de kuil zo een klein beetje. Groot voordeel van dit systeem is dat het gras optimaal wordt vastgereden en dat het winterrantsoen veel constanter van kwaliteit is. Het kuilsysteem moet nog wel worden geperfectioneerd. Johannes: ‘De sleufsilo’s zijn nog niet helemaal optimaal. De voersnelheid ligt nog te laag waardoor broei op de loer ligt. Om broei te voorkomen, moet de silo maximaal negen meter breed en niet te hoog zijn. Daarvoor moeten we de achterkant van deze silo verwijderen en de silo verlengen.’ Op de vraag of het niet veel te veel tijd kost om bij elke inkuilronde het plastic van de kuil te halen, schudt Johannes zijn hoofd. ‘Dat valt reuze mee. We stoppen het plastic aan één kant tussen de silowand en de kuil. Nadat we hebben gekuild, trekken we het plastic er in één keer overheen en hoeft het alleen aan de andere kant te worden vastgelegd. Met twee man zijn we binnen een uur klaar.’ Wanneer het kuilen helemaal klaar is, wordt de silo afgedekt met een tweede laag plastic.
Krachtvoer via de robot
Bij de nieuwbouw van de ligboxenstal en de installatie van de melkrobots werd ook goed gekeken naar het arbeids- en kostenplaatje ten aanzien van de krachtvoerverstrekking. Johannes: ‘Vaak wordt gedacht dat bij robotmelken het krachtvoerverbruik omhooggaat. Via de melkrobot wordt namelijk minimaal anderhalve kilo gevoerd. Daarnaast krijgen de dieren via het voerhek ook al snel anderhalve kilo RUCOM. Een oudmelkte koe krijgt dan drie kilogram; krachtvoer dat ze niet altijd nodig heeft.’ Van Raalte doet het anders. Er is voor gekozen om het krachtvoer uit het voerhekrantsoen te halen en dit als tweede voersoort op de robot te voeren. Het basisrantsoen bestaat dan uit het voerhekrantsoen en anderhalve kilogram op de robot. Deze anderhalve kilogram (een eiwitrijke brok) wordt op de robot aangevuld tot maximaal zeven kilogram. Koeien die twaalf kilogram krachtvoer krijgen, ontvangen de laatste vijf kilogram productiebrok (Protex Gras) via de voercomputer in de stal. Albert Jan: ‘Behalve de besparing op de voerkosten realiseren we op deze manier ook een arbeidsbesparing, doordat er geen krachtvoer door de voermengwagen hoeft.’
Het voeren van twee soorten krachtvoer in de robot levert geld op. Uitgangspunten zijn gelijk, zowel VEM als SDVE zijn honderd procent gedekt.
Loonwerker inschakelen
Met het oog op de kosten en het arbeidsplaatje is bij Van Raalte de keuze tussen eigen mechanisatie en loonwerk vrij snel gemaakt. Daarom werd een aantal jaren terug de keuze al gemaakt om het inkuilen uit te besteden aan de loonwerker. Het voeren wordt nu nog door Van Raalte zelf gedaan. Voorwaarde is wel dat één man en één trekker de klus kunnen klaren. Albert Jan: ‘Daarom zet de loonwerker de kuilblokken klaar.’ Johannes vertelt dat met de voermengwagen naast graskuil ook perspulp, gehakseld koolzaadstro en mineralen worden gevoerd. De apotheek van verschillende soorten mineralen is vervangen door een bigbag met mineralen op maat. ‘Dit bespaart ook weer arbeid en geld.’ Wanneer de voermengwagen aan vervanging toe is, wordt waarschijnlijk ook het voeren aan de loonwerker uitbesteed. Johannes: ‘Met een tarief van minder dan vijftig euro per dag is de loonwerker goedkoper dan eigen mechanisatie. En het bespaart bovendien arbeid.’