Suikerrijke voorjaarskuilen deze winter goed benutten; hoe doe je dat?
De komende weken is het voor melkveehouders een goed moment om een uitgekiend stalrantsoen samen te stellen. Met als doel om in de winter een goede melkproductie uit ruwvoer te realiseren. Dit jaar kende opnieuw flinke weersextremen, die mede hebben bepaald hoe de kwaliteit en het volume graskuil is geworden.
Late start van het voorjaar
De drijfmest kon dit voorjaar op veel bedrijven pas laat worden uitgereden, als gevolg van natte weersomstandigheden in februari en maart. In april en mei sloeg de extreme voorjaarsdroogte toe. Deze droogte heeft de benutting van de meststoffen en de grasgroei fors beperkt. Het was daarmee allesbehalve een optimale start van het seizoen. De omstandigheden voor de grasoogst waren gelukkig wel goed. Lange zonnige dagen in mei, boden voldoende gelegenheid om het gras in een korte veldperiode voldoende te drogen. Dat zien we terug in de voederwaarde van de voorjaarskuilen.
Broei ligt op de loer
Veel voorjaarskuilen zijn daardoor wel erg droog geworden, met een gemiddeld droge stof gehalte van 47%. Deze droge kuilen zijn moeilijk te verdichten en bevatten daardoor veel zuurstof. Daarnaast worden er bij een hoog droge stof gehalte minder suikers omgezet in melkzuur, waardoor de zuurgraad (pH) in de kuil op een hoog niveau blijft. De combinatie van deze factoren vormt een ideaal leefmilieu voor schimmels en gisten. Het risico op broei bij uitkuilen is hierdoor hoog. Anticipeer hierop door extra schoon te werken, minimaal anderhalve meter per week te voeren en maximaal druk op het snijvlak te houden.
Voorkomen van selectie
Krachtvoerachtige producten plakken minder goed aan droog kuilgras. Besteed daarom extra aandacht aan het voorkomen van selectie aan het voerhek, indien het droge stof gehalte hoger is dan 40%. Selectie kan bijvoorbeeld verminderd worden door mengvolgorde aan te passen en een voormengsel te maken met water en/of plak in het rantsoen toe te voegen met een bijproduct.
Voederwaarde voorjaarskuilen
De eerste en tweede snede leveren dit jaar een 30% lagere opbrengst dan langjarig gemiddeld. Het gras is relatief bladrijk gemaaid met een hoge verteerbaarheid tot gevolg. In combinatie met het 40% hogere suikeraandeel dan gemiddeld, zorgt dit voor een hoog energiegehalte van maar liefst 980 VEM/kg droge stof. Dit is 40 VEM/kg droge stof hoger dan gemiddeld. Het hoge suiker- en energiegehalte maakt een goede eiwitbenutting mogelijk.
Structuur om verlies voederwaarde te voorkomen
De hoge voederwaardes van de voorjaarskuilen scheppen een hoge verwachting. De uitdaging is om grip te houden op passagesnelheid van het rantsoen in de koe. Een te hoge passagesnelheid kenmerkt zich door een hoge voeropname in combinatie met dunne mest, die te veel onverteerde delen bevat. Zonde om op deze manier een deel
van de voederwaarde te verliezen. Zeker bij een krappe ruwvoervoorraad. Door inzet van structuurrijke ruwvoeders zoals stro of luzerne, kunnen de waardevolle voedingstoffen uit de snelle voorjaarskuil efficiënt worden omgezet in melkproductie. Voeropname en passagesnelheid in de koe kunnen hiermee worden gestuurd,
waardoor de benutting wordt verhoogd.
Eiwitaanvulling veelal noodzakelijk
Naast rust en structuur is een eiwitaanvulling in de meeste rantsoenen noodzakelijk, omdat het eiwitniveau lager is dan langjarig gemiddeld. Dit kan via een deel eiwitrijk najaarsgras, bierbostel en/of een eiwitrijk rundvee correctiemeel (RUCOM). Rustige productievoeders uit ons assortiment die deze winter passend zijn voor veel melkveehouders zijn: Solide, Royaal, Select en Stabiel.
Bekijk ook: Krachtvoerwijzer Melkveevoeding