Uitstekende voorjaarskuilen leggen de basis voor goede melkproductie

21 november 2019
-
2 minuten

Analyse van voorjaarskuilen ten behoeve van een goed winterrantsoen.

Na een zachte, droge winter was het op de meeste plekken mogelijk om de drijfmest vroeg uit te rijden. De broodnodige neerslag viel in maart met daaropvolgend veel zon in april. In combinatie met koude nachten werd het gras erg suikerrijk.

Rondom het prachtige paasweekend is op verschillende bedrijven de eerste snede geoogst. Een jong bladrijk gewas met een opbrengst van gemiddeld 3,5 ton DS/hectare. De aprilkuilen kenmerken zich door een zeer hoge verteerbaarheid (gem >81% VCOS), een fors aandeel suiker en een flink eiwitgehalte van gemiddeld 18%.

Vanaf april werd het kouder en wisselvallig. Door de toegenomen massa van de maaisnede is er begin mei volop ingekuild. We zien in deze periode nattere kuilen. De verteerbaarheid en snelheid van deze kuilen is hoog en het eiwitniveau gemiddeld rond de 17%. In de natte kuilen is een groot deel van de suiker omgezet naar melkzuur. Het eiwit is erg oplosbaar wat resulteert in lage bestendigheid met een hoge SOEB als gevolg.

Vanaf 11 mei brak een droge en zeer zonnige periode aan met koele nachten. Als gevolg hiervan steeg het suikergehalte verder. Door de koude nachten is de verteerbaarheid van het gras op peil gebleven, ondanks de hogere opbrengst van ongeveer 4,5 ton DS/hectare. Door het hogere ruwe celstofgehalte zijn deze kuilen qua verteringssnelheid beter in balans. Als gevolg van het zwaardere gewas, in combinatie met het hoge suikergehalte, meten we een lager eiwitgehalte van 15,5%. Door het zonni­ge weer zijn de kuilen in deze periode droog geworden en ligt broei bij uitkuilen op de loer.

Tweede snede

Vroege veehouders hebben al in mei een goed verteerbare tweede snede kunnen winnen onder uitstekende omstandigheden. Als gevolg van de bloeiwijze en de droogte, kenmerken de junikuilen zich door een hoge ruwe celstofgehalte, een matige verteerbaarheid en een laag energiegehalte tot gevolg.

Gezond melken van snelle voorjaarskuil

De vroege en middenvroege voorjaarssneden zijn erg snel en kunnen daardoor niet optimaal benut worden door het melkvee. Hiervoor dient het rantsoen gecorrigeerd te worden. Dit kan door het verdunnen met een structuurrijkere tweede of derde snede, of door het voeren van een rustig verteerbare, celstofrijk rundveecorrectiemeel (RUCOM). Met name nattere kuilen bevatten een overmaat onbestendig eiwit (hoge SOEB) en een tekort aan rustig fermenteerbaar eiwit. Aanvulling van pensenergie en rustig fermenteerbaar eiwit is cruciaal voor een optimale benutting van deze kuilen. Ter ondersteuning van de penswerking kan 150 gram Bestermine Buffer per koe per dag verstrekken. De latere celstofrijkere eerste sneden behoeven met name eiwitaanvulling via een eiwitrijke RUCOM. Daarnaast wordt energie bij voorkeur aangevuld in de vorm van zetmeelrijke krachtvoerachtigen.


Extra aandacht voor mineralen en sporen

Tot slot is de mineralenvoorziening een aandachtspunt, omdat de graskuilen over het algemeen minder mineralen en sporenelementen bevatten als gevolg van de droogte. Heb je een uitgebreide kuiluitslag, dan kun je eenvoudig en doelgericht aanvullen met een Bestermine op Maat.

Tips
• Combineer een snelle eerste snede met een structuurrijke zomersnede
• Vul energie en eiwit aan met rustig fermenteerbare krachtvoerachtigen
• Maximaliseer voersnelheid van droge kuilen
• Controleer dekking van mineralen en sporenelementen