Verlichting beïnvloedt functioneren

01 juni 2012
-
3 minuten

Het is nog vroeg in de morgen als Mark Rouwenhorst zijn auto parkeert bij het legpluimveebedrijf. ’s Morgens laat, is de hele dag laat’, glimlacht hij. Mark bezoekt vandaag een nieuwe stal. Het onderwerp: verlichting.

De pluimveehouder heeft legpluimveespecialist Mark Rouwenhorst gebeld omdat hij vragen heeft over de verlichting. De hennen zijn momenteel rond de 20 weken oud en de eerste eieren beginnen te komen. Deze pluimveehouder wil geen enkel risico lopen met zijn nieuwe koppel. Zijn grootste zorg is grondeieren. Grondeieren rapen is vervelend, arbeidsintensief werk en is daarnaast een grote kostenpost voor het bedrijf. Grondeieren voorkomen is dan ook van groot belang. Als de verlichting niet in orde is kunnen er bovendien problemen ontstaan met pikkerij, broeds worden van hennen, etc.

Lichtmeter

Mark beschikt, net als zijn collega’s bij de legsector van De Heus, over een lichtmeter. Gecombineerd met een dosis ervaring en een nuchtere kijk in de stal levert dit goede adviezen op. Eén van de eerste dingen die hem in de stallen opvalt, is het tijdstip dat de verlichting gaat branden. Mark adviseert in de ochtend er extra uren bij te geven, zodat de hennen op tijd het legnest kunnen vinden.

Specialist Mark Rouwenhorst bepaalt de lichtintensiteit in de stal met een lichtmeter

Analyseren

Als de pluimveehouder vraagt of hij nog meer licht moet bijgeven, pakt Mark een stuk papier. ‘Hier kun je niet zomaar antwoord op geven’, zegt hij, terwijl hij enkele punten op een rij zet. ‘Eerst eens wat gegevens analyseren en dan zullen we een schema opstellen’. Vervolgens spreken Mark en de pluimveehouder over het legpercentage, de voeropname en de gewichten van de kippen. Om het rui-stadium van de hennen te bepalen lopen ze nog even terug naar de stal. Omdat de hennen goed ontwikkeld zijn en veruit het merendeel één oude vleugelpen heeft, adviseert Mark er een uur licht bij te geven in de morgen.

Lichtsterkte

Met de lichtsterkte is niets mis, ziet Mark op de lichtmeter als hij door de stal loopt en op meerdere plekken ter hoogte van de leghennen metingen uitvoert. Ook de verdeling van het licht is goed. ‘Schaduwplekken zijn een groot risico voor het leggen van grondeieren’ legt Mark uit. ‘Ook is de lichtsterkte niet te intensief, dus angst voor pikkerij is niet nodig. Dat laat het verenkleed van de hennen ook wel zien, de glans straalt ervan af!’ De pluimveehouder is tevreden met het geadviseerde schema. ‘Ik probeer altijd kritisch te zijn in mijn stallen en wil voorkomen dat ik dingen over het hoofd zie. Dit geeft me een rustig gevoel. Vandaag hebben we weer een goede stap gezet.’