Voerwinst vergelijken, zo doe je dat
Kengetallen zijn erg nuttig. Op basis van kengetallen vergelijkt u uw bedrijf namelijk eenvoudig met andere bedrijven. Vervolgens kunt u plannen maken om uw resultaten gericht te verbeteren. Van de vele kengetallen is de voerwinst het belangrijkste kengetal.
U berekent de voerwinst door de omzet en aanwas te verminderen met de voerkosten. Vervolgens deelt u de uitkomst door het gemiddeld aantal aanwezige zeugen of vleesvarkens. Als u uw voerwinst vergelijkt met die van andere bedrijven, ziet u snel hoe uw bedrijf er voorstaat. In grafiek 1 staat de voerwinst voor zeugenbedrijven in de periode 1997 tot en met 2012. De groene lijn geeft het langjarig gemiddelde weer, zo’n € 500,- per gemiddeld aanwezige zeug per jaar. Banken rekenen met het langjarig gemiddelde. U kunt dit cijfer dan ook gebruiken voor financieringsplannen. Het langjarig gemiddelde is afgeleid van de gemiddelde voerwinsten van alle zeugenbedrijven. De rode, schommelde lijn vertegenwoordigt de resultaten die elk jaar zijn behaald. De gerealiseerde voerwinst ligt tussen de € 300,- en € 700,- per zeug. Grafiek 2 is hetzelfde verhaal, maar dan voor vleesvarkens. De groene lijn is weer de gemiddelde voerwinst. Deze bedraagt rond de € 80,- per gemiddeld aanwezig vleesvarken. De rode lijn geeft de werkelijke resultaten in elk afzonderlijk jaar weer. De voerwinsten schommelden in de periode 1997 tot en met 2012 tussen de € 40,en € 120,- per vleesvarken.
Grafiek 1: Voerwinstverloop zeugenhouderij 1997 - 2012
Vergelijken
Door uw voerwinst te vergelijken met die van andere bedrijven, krijgt u inzicht in de mogelijkheden om de voerwinst te verbeteren. Alleen vergelijken met het gemiddelde is niet genoeg. Beter is dit te doen met bedrijven in dezelfde categorie of met een eenzelfde bedrijfsvoering. Handig hulpmiddel bij het vergelijken van uw score met die van andere bedrijven, is de ‘kengetallenspiegel’ die Agrovision jaarlijks publiceert. In de kengetallenspiegel staan verschillende overzichten. Agrovision sorteert de bedrijven naar bedrijfsomvang, voersysteem, technische en financiële resultaten. U kunt met deze overzichten uw vergelijkingen verfijnen. Als varkenshouder heb u grote invloed op de voerwinst. Daarnaast is het soort bedrijf mede bepalend. Wanneer u mengvoer verstrekt, is het bijvoorbeeld niet realistisch om de voerkosten per kg groei te vergelijken met bedrijven die brij voeren. Het is beter uw bedrijf te vergelijken met bedrijven die ook mengvoer voeren. Voor voerwinst geldt: vergelijk geen appels met peren.
Zeugenhouderij-spiegel
De voerwinst in de zeugenhouderij wordt bepaald door de omzet (verkochte biggen maal de prijs, plus de verkoop van zeugen, verminderd met de aankoop van gelten), de voerkosten en de aanwas (balansverschillen). We gaan uit van gelijke waarderingen van zowel de begin- als eindbalans. Een fiscale waardering kan hiervan afwijken. Het aantal verkochte biggen en de biggenprijs bepalen voor zeventig procent de verschillen in voerwinst. De biggenverkoop is cruciaal. In de kengetallenspiegel staat een overzicht waarbij de bedrijven zijn ingedeeld naar bedrijfsomvang. Grotere bedrijven ontvangen een hogere biggenprijs en produceren meer biggen Een bedrijf met 1.000 zeugen behaalt waarschijnlijk een hogere voerwinst dan het gemiddelde van alle Agrovision-zeugenbedrijven. Als u dit bedrijf vergelijkt met bedrijven die net zo groot zijn, dan hoeft dit niet zo goed te zijn. Door een bedrijf te vergelijken met bedrijven van dezelfde omvang, krijgt u een beter inzicht in de verbeterpunten. Een bedrijf met 350 productiezeugen en een voerwinst van 115 procent haalt een uitstekend resultaat en ook het onderste uit de kan. Een bedrijf met 1.000 zeugen en een voerwinst van 115 procent daarentegen heeft mogelijk nog veel verbeterpunten. De manier waarop de aanwas van fokzeugen is geregeld, heeft invloed is op de voerwinst. Een bedrijf met eigen aanfok heeft lagere kosten voor aankoop, maar hogere voerkosten per zeug.
Vleesvarkenshouderij-spiegel
De voerwinst bij de vleesvarkens wordt bepaald door de omzet (verkoop van vleesvarkens en aankoop van biggen), de voerkosten en de aanwas. U kunt niet alle bedrijven met elkaar vergelijken. Zo wordt het gemiddelde gevormd door bedrijven die droogvoer en bedrijven die brijvoer verstrekken met bijproducten. Tot het gemiddelde behoren bedrijven die beren en gelten houden, evenals bedrijven die borgen en gelten houden. Bedrijven met beren en gelten scoren hogere groeicijfers en gunstigere voerkosten per kg groei. De bedrijfsomvang speelt ook een rol. In de kengetallenspiegel zijn tabellen opgenomen, waarin de bedrijven gesorteerd zijn naar bedrijfsomvang, voersysteem en dergelijke. Bij analyseren van voerwinstcijfers is het belangrijk ook naar deze tabellen te kijken. Dit geldt bijvoorbeeld voor welzijnsconcepten, waarbij u minder dieren per oppervlakte mag houden. Dit leidt tot een lagere stalbezetting en hogere vaste lasten per varken. Deelnemers aan deze concepten krijgen echter compensatie in de vorm van extra toeslagen. Zij realiseren een hogere opbrengstprijs per kg en betere technische resultaten.
Gesloten bedrijven-spiegel
In de kengetallenspiegel zijn ook tabellen opgenomen voor gesloten bedrijven. Zij zijn lastig te vergelijken met niet-gesloten bedrijven. Een gesloten bedrijf heeft immers geen aankoopkosten van biggen en is qua voerwinst in belangrijke mate afhankelijk van de opbrengstprijs van de vleesvarkens.
Juiste vergelijkingen
Banken en financiële adviseurs leggen een grote nadruk op de voerwinst van een bedrijf. Dit is begrijpelijk, omdat de voerwinst de basis is voor het rendement van een bedrijf. Natuurlijk moeten de gezondheidsen arbeidskosten die nog na de voerwinst komen, niet worden vergeten. Soms zijn de kengetallen niet goed vergelijkbaar, denk bijvoorbeeld aan het mesten van beren. Agrovision onderkent dit. Hiervoor zijn nieuwe rekenregels in de maak. Het is altijd een goed om vergelijkingen op de juiste manier te maken.
Zeugenhouderij
Voor de zeugenhouderij zijn in de kengetallenspiegel overzichten met indelingen naar technische kengetallen zoals bedrijfsworpindex, percentage ingezette opfokzeugen, gemiddelde lengte zoogperiode en aantal levend geboren biggen per worp. Er zijn ook overzichten ingedeeld naar economische kengetallen, bedrijfsgrootte, kg zeugenvoer per zeug per jaar en grootgebrachte biggen per zeug per jaar. Door uw cijfers te vergelijken met de kengetallen in deze overzichten ziet u overeenkomsten en verschillen. De grotere bedrijven hebben iets betere technische resultaten, zoals blijkt uit tabel 1. De hogere voerwinst danken zij echter aan een hogere biggenprijs. Een bedrijf met 350 zeugen kan zijn cijfers het beste vergelijken met de groep 301 - 375 zeugen. Grotere bedrijven zitten in andere situatie dan een bedrijf met 350 zeugen. Ze kunnen andere in- en verkoopcondities bedingen, hebben meer technische mogelijkheden door een modernere bedrijfsuitrusting of gespecialiseerde arbeid in de stallen. Dit wil overigens niet zeggen dat een kleiner bedrijf per definitie minder goede resultaten heeft.
Vleesvarkenshouderij
In de kengetallenspiegel voor de vleesvarkenshouderij zijn er naast een ‘basisoverzicht’ ook vergelijkingsoverzichten. Bedrijven zijn ingedeeld naar bijvoorbeeld bedrijfsomvang, toepassing van enkel mengvoer of brijvoer. Er zijn ook overzichten waarin de bedrijven zijn ingedeeld naar netto voerkosten per kg groei of kg startvoer per opgelegde big. Uit tabel 2 blijkt dat de grotere varkensbedrijven een hogere voerwinst halen. De oorzaak daarvan is de lagere voerkosten op grote bedrijven. Dit wordt onder andere verklaard doordat in deze groep meer bedrijven zitten die brijvoer verstrekken. Een soortgelijk verschil treedt op bij het vergelijken van de bedrijven die brijvoer voeren met bedrijven met droogvoer in tabel 3. Ook hier zijn de voerkosten per kg groei beduidend lager. Zowel voor mengvoerbedrijven als brijvoerbedrijven zijn er overzichten met indeling naar bedrijfsgrootte.
Tabel 2: voerwinst vleesvarkens 2012 bij verschillende bedrijfsomvang
Tabel 3: voerwinst vleesvarkens 2012 droogvoer versus brijvoer