Waarom zit het voer altijd in een ronde oplegger?
Herman Boer is al 16 jaar Bulkwagenchauffeur bij De Heus Voeders. In 2000 begonnen als wisselchauffeur maar sinds zeven jaar heeft Herman een vaste auto. Zijn eerste ‘eigen oplegger’ was een 22 tonner en de laatste vijf jaar reed Herman met een 26 tonner door ons land. Sinds december 2015 heeft hij een gloednieuwe oplegger achter de auto; een drieasser met tien compartimenten en een laadvermogen van 32 ton.
Margriet van 10 jaar oud stelde de vraag: Dag chauffeur, bij ons bakhuus is een dakpan van de hoek af en van de korenloods een golfplaat schuin afgezaagd. Dat heeft opa vroeger gedaan, want anders kon de meelboer niet met de vrachtauto ertussendoor bij de bulk komen. Komt u nog wel eens bij kleine boerderijen waar de hele grote vrachtauto’s niet tussen passen? Groetjes, Margriet.
“Natuurlijk heb je adressen waar het maar net aan gaat, maar gelukkig wordt dat steeds minder. Onze planners weten op welke adressen welke vrachtauto’s kunnen komen. Bij de klantgegevens in ons computersysteem staat een autobeperking. Hier staat of we dat adres kunnen beleveren met een kleine, middelgrote of grote oplegger. Deze gegevens staan ook op de afleverbon. Dit is een document wat wij als chauffeur na het laden op de fabriek krijgen. Hier staan het afleveradres, het geladen product en het geladen gewicht op, de compartimenten van de vrachtwagen waar welk product in geladen is en de silonummers van de klant waar het voer in gelost moeten worden."
“Als we voor eerst gaan leveren bij een nieuwe klant geeft de chauffeur, die daar voor het eerst gaat leveren, aan of we in het vervolg met een grotere of kleinere oplegger daar naartoe kunnen gaan. Mocht het toch voorkomen dat je bij een klant komt waar de wagen echt niet past, dan hebben we ook nog de mogelijkheid om wat meters extra slang uit te leggen en dan redden we het meestal alsnog.”
“Soms als een silo moeilijk te bereiken is en zeker als je weet dat je collega het de vorige keer ook is gelukt, dan zet je gewoon al je stuurmanskunsten in. Dat maakt dit werk ook zo leuk! De combinatie waar ik nu in rijd is ruim 1,5 meter langer dan de vorige, maar toch is het nu gemakkelijker voor mij om bij sommige klanten te komen omdat deze oplegger twee meesturende assen heeft in plaats van één en daardoor veel wendbaarder is."
David van 6 jaar oud, stelde de vraag: Hoe weet jij waar je naar toe moet?
“Al onze ritten krijgen we door via onze boordcomputer. Daarin staat precies naar welke klant we moeten en hoe we er moeten komen. Sinds kort hebben we een nieuwe boordcomputer die veel uitgebreider is dan de vorige. Zo geeft deze nieuwe boordcomputer niet alleen aan hoe je moet rijden, maar ook precies wat er in elk compartiment zit, in welke silo gelost moet worden en of er nog bijzonderheden zijn die we moeten weten om te kunnen lossen.''
Niels van 15 jaar oud stelde de vraag: Waarom heeft een bulkwagen soms zoveel componenten
“Het aantal compartimenten verschilt per bulkwagen. Bulkwagens die gebruikt worden om voer te leveren aan rundveehouders hebben over het algemeen meerdere vakken (2, 3 en 4 tons vakken) zodat het makkelijk is om verschillende voeders in een keer te leveren. Stel een aantal klanten bestellen twee ton kalverbrok, twee ton meel en acht ton koeienbrok, dan kan dat allemaal in één vrachtauto mee en hoeven we minder te rijden.”
Wim, 41 jaar oud, stelde de vraag: Hoe houden jullie de wagens van binnen en van buiten schoon zodat er geen infectie in het voer komt?
“Het is belangrijk dat onze bulkwagens van binnen, maar ook van buiten goed schoon zijn. Na iedere vracht controleer ik of de vakken van de oplegger goed leeg en schoon zijn. Regelmatig worden de vakken van binnen geveegd en daarnaast wordt de oplegger ook professioneel gereinigd van binnen. Dit laatste gebeurt bij een bedrijf wat hierin gespecialiseerd is. Dan wordt elke compartiment uitgespoeld met heet water van ongeveer 80 graden. Daarna is het belangrijk dat elk compartiment weer goed droogt want vocht in het voer is funest. De buitenkant wordt natuurlijk ook gewassen, hoe vaak is afhankelijk van het weer en de omstandigheden op de weg."
Soms was ik mijn wagen iedere week, ik ben namelijk best trots op mijn wagen en vind het belangrijk dat deze er netjes bij staat.
Dirk, 18 jaar oud stelde de vraag: Hoe lang ben je gemiddeld aan het lossen en wat doe je in de tussentijd?
“Gemiddeld genomen los je een ton in twee minuten, dus bij een volle vracht duurt het lossen ongeveer één uur. Maar de ene silo staat verder weg dan de andere en je lost altijd compartiment voor compartiment, dus de tijd die je aan het lossen bent kan enorm verschillen. Het is altijd leuk als de klant even een praatje komt maken terwijl je aan het lossen bent. Soms krijg je zelfs een kopje koffie aangeboden of drink je samen met de klant een kopje koffie als je klaar bent met lossen."
Dennis, 24 jaar vraagt: Kennen jullie de klanten persoonlijk? Zijn jullie ook een visitekaartje naar de klant?
“Tot een zekere hoogte ken je de klanten. Soms kom je twee of drie keer achter elkaar, in korte tijd, op hetzelfde bedrijf. Maar ik kom ook nog steeds regelmatig bij klanten waar ik nog nooit ben geweest. Soms zijn het nieuwe klanten, maar ook klanten die al heel lang van De Heus voeren, maar waar ik in die 16 jaar dat ik hier werk nog nooit ben geweest. Je hebt als bulkwagenchauffeur geen vaste klanten dus het kan zo maar zijn dat je ergens een paar keer achter elkaar komt en zo een aantal maanden of een jaar niet meer. Maar dat is ook het mooie van bulkwagenchauffeur zijn, de afwisseling. Je weet nooit waar je de volgende dag naar toe gaat. Een aantal jaar geleden heb ik meegemaakt dat ik voer aan het lossen was en ik plotseling gebeld werd door mijn vrouw dat de bevalling was begonnen en dat ik per direct naar huis moest komen, dat blijft zo’n klant en mij natuurlijk bij. Dat schept wel een soort van band. Als ik bij die klant kom hebben we het er nog wel eens over.”
“Natuurlijk ben je ook een visitekaartje van De Heus naar de klanten toe. Dat wil zeggen dat we netjes proberen te werken en de boel weer zo achterlaten als dat we het aantroffen. Dat vind ik gewoon belangrijk.”
Richard, 45 jaar, wil graag weten: Wat doe je als de hond gevaarlijk op je af komt en de boer is niet thuis?
“Gelukkig heb ik dat nog nooit meegemaakt. Eén keer heb ik het meegemaakt dat er een hond op me afkwam die er niet heel vriendelijk uitzag maar gelukkig kwam de boer daar gelijk achter aan. Zou een dergelijke situatie zich toch voordoen dan is het enige wat je kan doen blijven staan. De hond is altijd sneller bij jou dan dat jij in de auto kan springen. Ik heb wel eens van collega’s gehoord dat ze een hele kwaaie hond troffen, maar dat zijn gelukkig uitzonderingen."
De meeste chauffeurs zijn wel wat gewend en zijn ook niet zo bang uitgevallen, dat scheelt.
Esther van 22 jaar oud stelde de vraag: Waarom zit het voer altijd in een ronde oplegger? In een vierkante oplegger zou er toch veel meer in kunnen?
“Er zijn verschillende redenen waarom een oplegger niet vierkant is. De eerste is dat een ronde oplegger sterker is dan een vierkante. Om het voer te kunnen lossen is het namelijk nodig om de tank op druk te zetten. Zo wordt het voer gelost met zo weinig mogelijk productbeschadiging. Daarnaast is een vierkante oplegger niet altijd handig bij het lossen. Om het voer uit een vierkante oplegger te krijgen moet je kiepen en dus de hoogte in. Als een silo onder een aantal bomen staat dan kan je niet de hoogte in en zou je ook niet kunnen lossen. Ook moet je bij een vierkante oplegger altijd beginnen met het lossen van het achterste vak en dan naar voren werken. Bij een ronde oplegger maakt het niet uit en kun je de vakken lossen in de volgorde die jij wilt. Daarnaast is een vierkante oplegger ook minder handig in hygiënisch opzicht want voer kan blijven hangen in de hoeken en bij een ronde oplegger kan dat dus niet. Goede vraag!”
Justin van 7 jaar oud, vraagt zich af: Stel, je lost je voer in de verkeerde silo. Hoe los je dit dan op en wat als je er bij de volgende boer achter komt, dat het bij de vorige is mis gegaan?
“Gelukkig is het mij nog nooit overkomen, maar het is niet onmogelijk dat zoiets je een keer kan gebeuren en dan zou je er inderdaad pas bij de volgende klant achter komen. Het kan gebeuren dat je het voer bij een klant in de verkeerde silo lost of erger, dat je het voer bestemd voor een andere klant bij een boer lost. In het laatste geval moet de silo leeggezogen worden en moet een zuigauto komen. Mocht je het voer op het juiste adres in een verkeerde silo blazen dan gaan we overleggen met de klant. Melden doen we het direct, zowel bij de klant als bij de planning. Mocht het dan nodig zijn om het uit de silo te halen dan kan de planning dat gelijk regelen.”
“Natuurlijk willen we losfouten zoveel mogelijk voorkomen, ik check voor het lossen nog altijd even de afleverbon en contoleer of ik bij de juiste silo sta. Als ik iets niet vertrouw of twijfel dan neem ik eerst contact op met de planning of de klant voordat ik ga lossen. Laatst had ik bijvoorbeeld een klant die van melkkoeien was overgegaan op rosé kalveren, maar dat wist ik niet. Deze klant bestelde altijd hetzelfde voer in dezelfde silo’s en toen ik geladen had op de fabriek en de afleverbon nog even controleerde zag ik dat er rosé kalverbrokken in mijn oplegger zaten. Dan denk je toch bij jezelf ‘dat klopt niet’ en dan check je eerst het even met de planning voordat je wegrijdt van de fabriek. Liever even een extra keer checken dan fout lossen is mijn motto!”
Corné van 17 jaar stelde de vraag: Wat doe je als je alleen in de wagen zit op de weg? Ben je dan hard mee aan het zingen of juist heel iets anders?
“Nee, ik ben niet echt van het meezingen onderweg. Eigenlijk ben ik gewoon bezig met het rijden. Het landschap bekijken zeg maar. Af en toe heb ik weleens een bijrijder mee als m’n kinderen vakantie hebben. Vooral m’n oudste zoon is gek van vrachtwagens die wil misschien later ook chauffeur worden bij De Heus.”
Roben van 12 jaar wilde graag weten: Was het een jongensdroom van je om op de vrachtwagen te rijden?
“Ja, bulkwagenchauffeur worden was absoluut mijn droom! Ik ben op mijn 18de begonnen in de bouw, maar in de avonduren heb ik toen mijn vrachtwagenrijbewijs gehaald. Mijn vader werkte al jaren voor De Heus en zo ook mijn broer, maar die wilde liever internationaal gaan rijden. Dus toen hij wegging werd ik benaderd of ik niet voor De Heus wilde gaan rijden en dat heb ik toen met twee handen aangegrepen. Het leukste aan dit werk is de afwisseling die je hebt. Je weet nooit waar je de volgende dag naar toe gaat en natuurlijk het feit dat je soort van eigen baas bent. Ook kom ik ook uit een agrarische nest, ik voel me verwant aan de sector. Je moet het ook leuk vinden om met zo’n grote bulkwagen te manoeuvreren op van die kleine landweggetjes en bruggetjes. Dan komt het echt neer op stuurmanskunsten, dat maakt het werk echt uitdagend.“