Wat is de optimale bemesting voor beweiding en maaien?

25 april 2019
-
2 minuten

Land wat je gebruikt voor beweiding vraagt andere hoeveelheden drijfmest en kunstmest dan land wat bestemd is om te maaien. Voor beweiding gebruik je ongeveer de helft aan mest ten opzichte van maailand. Voor maailand is de stelregel om het land te bemesten in verhouding naar dat er geoogst wordt en daarbij te kijken naar gewenst ruw eiwit en kilogrammen droge stof.

Bemestingsadvies voor beweiding

Nieuw Nederlands Weiden danwel rantsoenbeweiding, waarbij koeien ook achter zich draad hebben, is de mooiste methode om steeds goed grasaanbod te hebben. Als de verkaveling het toelaat is het maken van een weideplatform het beste. Elke drie weken op het weideplatform wat kunstmest verstrekken is gunstig voor de grasgroei en smakelijkheid; we adviseren daarvoor een speciale weidekunstmest, GrasPlus 13500. Deze samengestelde korrelmeststof bevat stikstof, kali en natrium. Stem de gift wel af op behoefte, zodat er geen overmaat gegeven wordt.

Bemestingsadvies voor maaien

Wat maaien betreft, geeft een wat zwaardere snede het beste rendement. Onze voorkeur gaat daarbij uit naar het toepassen van verdunde drijfmest op het land om risico op ‘meegroeien’ van de dikke fractie bij droog weer te voorkomen. Ook adviseren wij om het liefst niet korter dan zes tot zeven centimeter te maaien, om vlotte hergroei te bevorderen. Op zanden kleigrond is het zeker zinvol om voor de tweede snede ook stikstof meststof met zwavel te strooien, deze soort heet in ons assortiment GrasPlus 14000. In de zomermaanden is naast aandacht voor stikstof ook de natrium en kali voorziening van belang. Dit kan ingevuld worden met GrasPlus 15000 en separaat kali 60 te strooien. Kali kunstmest met name van belang als de drijfmestgift beperkt is. 

Kijk naar jouw bodemgesteldheid

Voor een goed resultaat is het belangrijk om jouw bodem goed te kennen. Wat is bijvoorbeeld bij jou het risico van bodemverdichting door het gebruik van zware machines? Raadpleeg jouw grondonderzoeken om te kijken of er tekorten zijn, zoals calcium en magnesium, voor een goede bodemstructuur. Waar nodig kun je dan bijmesten met andere meststoffen.

Weideplatform


In dit voorbeeld werken we met een bedrijf met 100 grazende koeien. Er zijn dan zes percelen nodig van elk 1,5 hectare groot. Bij normale grasgroei in het voorjaar (80 tot 100 kilogram drogestof per dag) groeit er in zes dagen rond de 500 kilogram droge stof. Met deze perceelgrootte hebben koeien elke zes dagen een ‘nieuw’ perceel waar ze de hergroei weer naar binnen kunnen werken. Een dergelijk weideplatform is na de eerste snede voort te zetten op een zestal percelen van rond de twee hectare groot, om ook in de zomer voldoende grasaanbod voor de koeien te houden.