De succesfactoren van de biggenopfok op onderzoeksbedrijf De Heus

27 januari 2021
-
3 minuten

Op onderzoeksbedrijf De Elsenpas doen de biggen het erg goed. Van een onderzoekscentrum van De Heus kun je ook eigenlijk niet anders verwachten. Toch is dat niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. De Elsenpas is namelijk niet alleen een onderzoekscentrum, maar ook gewoon een gangbaar varkensbedrijf met 230 zeugen en 900 vleesvarkens, waar een deel van de biggen aangepast proefvoer krijgt en een deel het standaard Romelko Premium biggenvoer uit de gespecialiseerde biggenvoerfabriek in Andel.

Kengetallen

Geboorte-
gewicht
Gespeende biggen per zeug Speen-gewicht Uitvalspercentage-
kraamstal (uitval na spenen)
Voeropname per big in de lactatie Groei per dag van spenen tot afleveren 25 kg
1,5 kg 14 8 kg 6,7% (0,45%) 700 gram 512 gram



Bedrijfsleider Zias Lukasse:

“Eigenlijk hoef je niets bijzonders te doen. Als je er maar voor zorgt dat de dingen die er echt toe doen op orde zijn.”

Aanpak werkt

De aanpak die door bedrijfsleider Zias Lukasse op De Elsenpas in praktijk wordt gebracht, is gebaseerd op alle kennis en ervaring die De Heus in de loop der jaren heeft opgebouwd. Het wordt niet alleen met succes toegepast op het onderzoeksbedrijf, maar ook bij de klanten van De Heus. Vijf factoren springen er daarbij uit:

  • Gezondheid
  • Voer(management)
  • Water
  • Klimaat
  • Hygiëne




ZELF JE BIGGENOPFOK STRUCTUREEL VERBETEREN?
DOWNLOAD ONZE PREMIUM TOTAALAANPAK BIGGEN



Voerschema drachtige zeugen
 

Leren eten, leren verteren, leren drinken en stimuleren van voeropname zijn de belangrijkste factoren in de biggenaanpak op de Elsenpas. Maar eigenlijk begint het nog daarvoor. “De gelten komen van een SPF-fokbedrijf dat vrij is van onder meer Mycoplasma en PRRS. Dat levert biggen op met een hoge weerstand, laag medicijngebruik en dus minder uitval. Een uitgekiend voerschema voor de drachtige zeugen, gebaseerd op de behoefte van het dier, is ook een factor die bepalend is voor het succes van de biggenopfok.” Bedrijfsleider Lukasse streeft naar een zo uniforme mogelijke toom met een gemiddeld geboortegewicht van 1,5 kg. “Hoe zwaarder de big bij de geboorte is, hoe beter deze in de kraamstal presteert en ook later als vleesvarken.” 

Biggen leren eten en verteren 

Die prestatie van de biggen begint met een zo vroeg mogelijke voeropname, stapsgewijs van zeugenmelk naar droogvoerHet voerschema start op de derde dag met nursemeel uit het Romelko-biggenvoerassortiment en vanaf de veertiende dag met Comfort 2-voer. “Op het moment van spenen zijn ze dan gewend om goed droogvoer op te nemen en de darmen hebben dan ook geleerd om het te verteren.” 


“Je moet de kwaliteit van het voer optimaal benutten” 

 

Biggen zijn erg gevoelig. De samenstelling en kwaliteit van het voer moet daarom perfect zijn. Maar met alleen goed voer red je het niet. Lukasse: “Onze Romelko premium biggenvoeders zijn gewoon top, maar je kunt de kwaliteit van het voer alleen optimaal benutten als je het meerdere keren per dag vers aanbiedt in een schone bak. De biggen moeten er makkelijk bij kunnen. Dat vereist bakken met voldoende vreetplekken. Op ons bedrijf gebruiken we ronde voerbakken en plaatsen die dicht bij de kop van de zeug. De toegankelijkheid is bepalend voor de voeropname. 

Leren drinken 

Leren drinken is een andere basisfactor voor een succesvolle biggenaanpak. De Elsenpas gebruikt hiervoor leidingwater. Twee keer per jaar worden alle leidingen gereinigd om te voorkomen dat mogelijke ziektekiemen zich alsnog ophopen. Ook hier gaat het erom dat de dieren makkelijk kunnen drinken. Lukasse: “De locatie van de drinknippel, dicht bij de voerbak en op de juiste hoogte, is randvoorwaarde. Net als de vorm van de nippel en de waterdruk. Een te hoge druk kan veel verprutsen.” 

Juiste temperatuur  

Om een hoog aantal gespeende biggen te bereikenop dit moment veertien op De Elsenpasis een juiste temperatuur in de kraamstal van cruciaal belang, zegt Lukasse. “Met vloerverwarming en een kap boven het biggennest houden we de eerste dagen een temperatuur aan van gemiddeld 30 graden in het biggennest bij een staltemperatuur van 24 tot 25 graden. De gezondheid van de biggen staat of valt bij een goed microklimaat.” 

Insleep van ziektes voorkomen 

Het praktijkbedrijf hanteert hygiëneprotocollen om insleep van ziekten te voorkomen. Het protocol voor de externe biosecurity is erop gericht om ziekte-insleep van buitenaf te voorkomen. Lukasse: “Om de biggen gezond te houden, kun je niet streng genoeg zijn. De mestafvoerpijp hebben we daarom buiten de hekken van ons bedrijf gelegd. Gereedschap van buiten dat nodig is voor reparaties wordt tien minuten bestraald in een UV-kast. Zo houden we onze biggen gezond en kunnen ze optimaal presteren.