Extra melkrobot zorgde voor hogere productie!
In het mooie Friesland vind je het lintdorp Oldetrijne, net ten westen van Wolvega. Aan de dorpsweg staat de boerderij van de familie Bergman. Zoon Jan Harm (21) is sinds een jaar ingestapt in de maatschap, met zijn vader Harm en moeder Anneke. Ze hebben zo'n 125 koeien aan de melk, met een totale jaarproductie van 1,35 miljoen kilogram uit drie DeLaval melkrobots. Waarom zijn ze omgeschakeld naar robotmelken en wat zijn hun ervaringen?
Waarom zijn jullie gestart met robotmelken?
Harm: “Onze melkstal was aan vervanging toe, vooral omdat de capaciteit niet meer toereikend was. Het aanpassen van de melkstal was lastig, vanwege de beperkte ruimte en daardoor duur. Ook zou het ten koste gaan van een stuk voergang. Dat wilden we liever niet. Toen we daarna de investering voor de melkrobots ernaast legden, bleek het mede door een scherpe aanbieding niet veel duurder te zijn.”
Jan Harm: “Ik was nog wel sceptisch of het een verbetering zou zijn voor ons bedrijf, maar ook omdat ik het melken zelf leuk vindt. Zou ik de keuze nu weer moeten maken, dan kies ik weer voor robots.”
Je bent gestart met twee robots en hebt er nu drie. Waarom?
Jan-Harm: “We zijn gestart met twee melkrobots. Onze melktank en koeherkenning hadden we al van dat merk. Het liep vanaf het begin best aardig, maar we hadden de robots ook continu vol staan. Met maar 4% vrije tijd op de robots zaten we echt onder de norm van 10-15%.”
'Wij zien alle koeien twee keer per dag, dat blijft belangrijk.'
Harm: “Toen we groepjes koeien droog gingen zetten, zagen we gelijk dat het beter ging lopen op de robots. We hadden veel taaimelkse koeien. Die hadden te veel tijd nodig op de robot. Mede daarom hebben we in 2018 nummer drie erbij gezet. Ik ben blij dat we dat hebben gedaan, want het zorgt voor meer vrije tijd (23%, red.). Het gemiddeld aantal melkingen is van 2,6 naar 3,4 gegaan. Daardoor is de melkproductie direct met 1,5 liter gestegen, tot zelfs 2,5 liter extra na een paar maanden. Inmiddels zitten we op 34 liter gemiddeld, met 9,9 liter per melking.”
Een extra robot is een hele investering, maar was voor jullie dus een goede zet?
Harm: “Ja, die verdient zichzelf door de hogere productie terug. En het levert daarnaast ook nog meer werkplezier op. Zo worden we niet gelijk zenuwachtig als er één robot ’s nachts in storing gaat. Dan doen we hem gewoon uit en laten we monteur overdag komen.”
Wat is het meest lastig geweest toen je ging omschakelen?
Harm: “Voor onszelf was het nog wel het meeste wennen. Vanaf het begin wisten de koeien de robots goed te vinden, daar hebben we geen problemen mee gehad. Maar we hadden vrij veel koeien die kruislingse spenen hadden, waarvan de spenen kort waren of die taaimelks waren. Op voorhand hebben we daarom al koeien weggedaan en daarna ook nog een paar. Andere keuzes maken met de fokkerij, dat is wel belangrijk. Dat taaimelkse dat blijft nog steeds wel een beetje bij ons, maar wel een stuk minder dan vroeger.”
Heb je nog een tip voor collega’s, voor het ritme in de stal?
Jan-Harm: “We hebben voor de koeien een vast ritme. Twee keer per dag halen we, zo nodig, wat koeien naar de robot die nog niet voldoende geweest zijn. Een mooi moment om de boxen schoon te maken, bij te strooien en te kijken hoe het met de gezondheid is. Daarnaast voeren we één keer per dag en we schuiven het voer drie keer aan. Daarmee is het lekker rustig en we merken dat ze het dan het beste doen.”
Harm: “Als we een dag weg zijn, dan lopen de koeien het beste. Rust in de stal doet ze goed. Zondag is een topdag.”
Goede stroomvoorziening is voor jullie bedrijf superbelangrijk, hoe doe je dat?
Jan-Harm: “We hadden eerst een aggregaat achterin de schuur staan. Inmiddels staat deze nu op een schone plek, overdekt, zodat wij binnen 15 minuten draaien op noodstroom.
Tot slot, jullie zijn al lang klant bij De Heus. Welke waarde heeft dat voor jullie als robotbedrijf?
Harm: “Toen Hendri (Olthuis, red.) hier jaren geleden begon, heb ik tegen hem gezegd dat ik verwacht dat als hij iets niet weet dat hij dan iemand anders inschakelt die de kennis op dat gebied wel heeft. En dat gebeurt. Dat vind ik erg plezierig aan het werken met De Heus. Hendri is zeer ervaren en mijn vaste adviseur. Daarnaast wordt Rob van Echtelt als robotspecialist ongeveer twee keer per jaar door Hendri ingezet om met zijn kennis naar mijn koeien en het functioneren van de robots te kijken.”
Jan-Harm: “Als je omschakelt naar robotmelken, dan krijg je als boer opeens veel data. Het is fijn dat de robotspecialist meekijkt en het visueel maakt; dan leg je nieuwe verbanden. Die extra kennis die dan gedeeld wordt, dat helpt ons vooruit.”