Efficiënt, resultaatgericht en met plezier werken

Harm hoeft zich niet te vervelen. Zijn ouders, van wie hij het bedrijf in 2012 heeft overgenomen, werken ook nog steeds mee. Daarnaast hebben ze vijf medewerkers in dienst. “Ik vind het belangrijk dat onze medewerkers met plezier komen werken,” vertelt Harm. “Dat probeer ik te realiseren door te zorgen voor afwisseling in het werk; bijna al mijn medewerkers zijn dan ook inzetbaar in zowel de pluimvee- als de varkensstallen. Daarnaast probeer ik zwaar lichamelijk werk te voorkomen door veel te automatiseren. En natuurlijk zorgen we voor gezelligheid in de kantine. Ook doe ik mijn best om flexibel te zijn in vrije dagen en te zorgen dat er zo min mogelijk in het weekend gewerkt hoeft te worden. Voor mijzelf ligt vooral de focus op het managen, het aansturen van de mensen en het draaiende houden van alle techniek. Dan is de dag vaak alweer om,” aldus Harm.

“Daarnaast vind ik het belangrijk om technisch en financieel goed te draaien. Ik werk met drie verschillende leeftijden leghennen. Dat is arbeid technisch gunstig, maar heeft ook voordelen door de spreiding van de henneninkoop, de afzet van de eieren én het zorgt voor risicospreiding,” vervolgt Harm. “Er is dus altijd wel een stal met jonge hennen waar kort op gezeten moet worden. Daarom is legpluimveespecialist Martin Arts van De Heus regelmatig hier om mee te kijken in de stallen. Technisch draaien we in alle stallen goed. We proberen met zo weinig mogelijk arbeid zoveel mogelijk werk te verzetten.“ “We voeren momenteel in alle stallen van De Heus Voeders. Ik vind hun bestelomgeving erg fijn en ze zijn flexibel met de planning van de leveringen, dat vind ik belangrijk. Ik ben altijd van mening geweest dat je twee voerleveranciers moet hebben, om een goede vergelijking te kunnen maken voor zowel de prijs als de kwaliteit, lacht Harm. “Het voer van De Heus is goed, momenteel is de prijskwaliteitverhouding netjes en het werkt wel praktisch met één voerleverancier. Voor onze kippen heb ik om die reden voorlopig enkel De Heus als voerleverancier.”

“De vrije uitloop vind ik de mooiste tak van de legpluimveesector. Hierbij wordt het maximale dierwelzijn gecombineerd met de best mogelijke efficiëntie. En dat past wel bij mij en mijn bedrijf, maar al mijn stallen omschakelen kan niet omdat het grondgebonden is,” vervolgt de legpluimveehouder. “Wel zou ik nog graag in twee stallen het systeem (van bouwjaar 2001 en 2003) willen vervangen. Ze doen het nog goed, maar er is veel onderhoud nodig en het huidige systeem kost veel arbeid tijdens het laden, lossen en schoonmaken. Door de bouwstop in Noord-Brabant valt dat nu niet mee omdat ik er een milieuvergunningwijziging voor aan moet vragen.”

In de nieuwe stal, die in 2021 in gebruik is genomen, heeft Harm destijds gekozen voor verlichting van Prolucent. De installateur heeft voor deze stal een verlichtingsplan gemaakt, alles gemonteerd en ingesteld. Toen de kippen in de stal zaten heeft licht- en klimaatspecialist John van Helden van De Heus de nacontrole gedaan van de verlichting door metingen te verrichten en alle instellingen te bekijken.

John van Helden: “We adviseren vaak bij klanten als ze voor de keuze van verlichting staan bij ver- of nieuwbouw, maar ook als ze de oude verlichting moeten vervangen door nieuwe verlichting. Er zijn dan zoveel zaken waar je rekening mee moet houden. Je wilt een zo optimaal mogelijke verdeling van het licht in de stal om schaduwplekken te voorkomen, maar ook de juiste kleurtemperatuur, het type verlichting en de aansturing is belangrijk. Doordat we zelf geen verlichting verkopen kan ik onafhankelijk metingen uitvoeren in de stal en advies geven. Het is zelfs mogelijk om een complete lichtscan aan te vragen. Dan meet ik de lichtintensiteit, kleurtemperatuur en flikkerindex op alle cruciale plaatsen in de stal en geef ik advies op maat.”

Verlichting kan ook ingezet worden bij het sturen van de hennen. Harm: “Wij gaan daarom meestal een keer bij de opfokker kijken naar de opfokhennen. Dat is geen must, maar het is fijn om te zien hoe ze erbij zitten. De verlichting in mijn stallen moet in ieder geval aansluiten op de verlichting tijdens de opfok. Daarnaast is het belangrijk dat er niet te veel daglicht binnen is gekomen in de opfokstal. Bij de opzet begin ik met zacht, niet te sterk licht om de hennen ‘tegen te houden’. Ik wil ze eerst zoveel mogelijk op lichaamsgewicht hebben voordat ze gaan leggen. Dat is nodig als je zware eieren wilt hebben. Daarom heb ik ook dierwegers in de stallen hangen. In het begin monitor ik elke dag of ze voldoende stijgen in gewicht.”

Harm: “In al mijn stallen zit daglicht. Dit is natuurlijk goed voor de hennen, maar hierdoor is het wel wat moeilijker om te sturen met de verlichting. Het grote voordeel is dat het erg prettig is om te werken in een stal met daglicht. Verder staat de verlichting in de stal zo ingesteld dat deze bij tien procent felheid in de ochtend en avond een bepaalde roodheid heeft. Als je rond die tijd naar binnen kijkt dan hangt er echt een rode gloed in de stal.” Om af te sluiten merkt Harm op dat ze niet omschakelen tussen de zomer- en wintertijd. “Als de instellingen goed staan, dan moet je dat zo houden en er niets aan gaan veranderen,” vertelt Harm.