Eiwitefficiëntie speerpunt van Willem-Jan Pleijter

Gerrit Koersen

18 dec. 2024

Samen met zijn vader runt Willem-Jan Pleijter (23) een melkveebedrijf met 110 koeien in het Overijsselse Zalk. Zijn uitdaging ligt in het verhogen van efficiëntie zonder in te leveren op koegezondheid.

Willem-Jan Pleijter, melkveehouder in Zalk
Verhogen van efficiëntie zonder in te leveren op koegezondheid.

Streven naar een laag ureum

Met name eiwitefficiëntie heeft zijn focus. Drie jaar geleden waren ze nog gewend aan een ureumgetal tussen de 20 en 23. Momenteel ligt het ureumgetal gemiddeld tussen de 17 en 17,5. “Ons uiteindelijke doel is jaarrond een ureumgetal van 15,” aldus Willem-Jan. “Daar zijn we nog niet, maar stap voor stap werken we hier aan en ik ben ervan overtuigd dat we dit kunnen realiseren.”

 

Ruwvoer

Goed ruwvoer is volgens Willem-Jan de basis voor een goede eiwitefficiëntie. “We streven ernaar om gras tussen de 40-45% drogestof in te kuilen met een gunstige DVE/OEB verhouding. Dat is afgelopen jaar goed gelukt, maar de hoeveelheid viel tegen. Om dit op te vangen hebben we meer snijmais aangekocht. Gras aankopen valt vaak tegen omdat de kwaliteit niet altijd goed is. Wanneer je snijmais aankoopt ben je bijna altijd verzekerd van een goede kwaliteit. Meer snijmais in het rantsoen helpt bovendien om de eiwitbenutting te verbeteren dankzij het hogere zetmeelgehalte.” 

 

Gezondheid en productie als voorwaarde

Efficiëntie mag niet ten koste gaan van koegezondheid of melkproductie. Bij een te hoge voerefficiëntie geven koeien zichzelf weg. Gezondheidsproblemen komen de efficiëntie op lange termijn natuurlijk niet ten goede. Volgens de jonge veehouder gaan een hoge melkproductie en een hoge efficiëntie samen op. “Je wilt niet 5 punten zakken in ureum en tegelijkertijd 3 liter melk kwijt raken. Dan komt dat de eiwitefficiëntie niet ten goede.”

 

Inzet PMR+

Daarom is hij ook zo enthousiast over PMR+; “Dit helpt de koe om het eiwit beter te benutten. Daardoor hebben we minder eiwit in het rantsoen nodig om dezelfde liters en gehalten te melken. Deze hogere eiwitbenutting zie je terug in lagere ureumgehalten in de melk, wat ervoor zorgt dat we minder mest hoeven af te voeren. Dat bespaart ons duizenden euro’s per jaar aan mestafvoerkosten. En nog belangrijker; Zo houden we meer mest over om op het eigen land te benutten.”

Meer over PMR+

Gerrit Koersen

Rundvee specialist


Gerelateerde onderwerpen: