Oogst tweede snede
Begin juni komt de bloeiwijze eraan; de stengels worden dikker en het gras wil in het zaad gaan schieten. Het verschil in voederwaarde is groot; het advies is daarom om op tijd te beginnen met maaien! Wanneer het gras echt in bloei gaat, daalt de VEM met 100 punten. Daarnaast gaat ook het ruw eiwit in 5 dagen 30 gram naar beneden. Daarentegen stijgt de ruwe celstof. Het is daarom belangrijk om goed op de groei van het gras te letten.
Het doel is namelijk om meer melk uit Ruwvoer te halen, het juiste maai tijdstip is daarom belangrijk. Oogst de tweede snede redelijk vochtig; tussen de 30 en 40 % droge stof om alvast een zekere voorvertering van de ruwe celstof bij de conservering te bewerkstelligen. Is het gras gemaaid met een maaikneuzer, dan is het advies om niet te schudden. Wordt dit wel gedaan, dan stijgt het risico dat het gras toch boven de 40% droge stof uitkomt.
Help de conservering een handje doormiddel van Bonsilage toevoeging en zorg voor goede verdichting van de kuil.
Bemesting derde snede
Drijfmest is de belangrijkste voedingsbron. Het advies is 15 tot 20 kuub mest verdund met dezelfde hoeveelheid water per hectare op het te maaien land te brengen. Om vervolgens een 40 tot 50 kg N uit kunstmest te strooien. In de maand juni is GrasPlus 14000 de beste optie, omdat je dan naast stikstof ook nog zwavel en calcium behoefte van het gewas bemest. Gemaaide percelen bestemd voor beweiding adviseren we om geen drijfmest te gebruiken.
Om de smaak en de opname van vers gras optimaal te houden, is het beste om GrasPlus 15000 of GrasPlus 13500 te strooien.
GrasPlus 15000 = Stikstof met Natrium en GrasPlus 13500 = Stikstof met Kali en Natrium.
Over de auteur
Gert Anker
Accountmanager Rundvee
