Aanloop naar de eerste snede
Het afgelopen voorjaar werd gekenmerkt door heel wat regenachtige dagen. Het bemesten kwam maar moeizaam op gang en regelmatig stonden de combinaties stil vanwege de nattigheid. De weidegang startte beperkt op en moest her en der ook weer gestaakt worden door de vele regenval. Het was echter wel een behoorlijk groeizaam voorjaar. Er zijn dan ook heel wat meer hectares de kuil ingegaan dan voorgaande jaren. Begin mei werd het droog en kon het mes erin. Uiteindelijk is het overgrote deel van de eerste snede gekuild in de eerste of de derde week van mei. Veehouders die ervoor gekozen hebben de eerste week van mei te maaien hebben vier à vijf weken later ook weer een goede tweede snede kunnen oogsten.
Veel verschil in voederwaarden
Tussen de twee maaimomenten zit veel verschil wat betreft voederwaarden, zoals te zien is in tabel 1. De lichtere snedes die in de eerste week van mei gemaakt zijn, bevatten een hoge VEM-waarde (976 /kg DS) en een gemiddelde hoeveelheid eiwit (173 g/kg DS). De kuilen die zijn gemaaid in de derde week van mei zijn wat gematigder. Grassnedes van meer dan 4.500 kg per hectare waren geen uitzondering en dat heeft de voederwaardes verdunt. Deze kuilen kwamen gemiddeld uit op minder VEM (932 /kg DS) en ook een lager eiwitgehalte (155 g/kg DS). De latere kuilen zullen ook aanzienlijk minder snel verteerbaar zijn, wat te zien is in het teruglopen van een vertering-coëfficiënt en aanzienlijk meer ruwe celstof (tabel 1).
Het voeren van de kuilen
Ten opzichte van vorig jaar zijn de kuilen natter. In een nattere kuil wordt tijdens de conservering een groter gedeelte van de aanwezige suikers omgezet in melkzuur en azijnzuur. Dit zal ervoor zorgen dat het smakelijke kuilen zijn, maar ook dat ze meer onbestendig, lastig te benutten eiwit bevatten. Hierdoor is het zaak dat er voldoende aanvullende energie in het rantsoen zit om dit eiwit toch goed te benutten. In maisrijke rantsoenen zullen de vroeg gemaaide eerste en tweede snedes heel goed passen. In grasrijkere rantsoenen is aanvulling op deze vroeg gemaaide kuilen met een structuurrijkere derde en vierde snede wel aan te raden. Dit is nodig om de koeien iets te remmen en zodoende de benutting van de kuilen te verbeteren.
Kuilen die gemaaid zijn in de derde week van mei zijn prima geschikt voor bedrijven die hoofdzakelijk gras voeren en zullen weinig correctie vragen. Let wel op dat het eiwitaanbod op peil blijft. Het ziet er richting het najaar uit dat er nog eiwitrijke snedes geoogst gaan worden die mooi zullen passen naast deze kuilen. De latere eerste sneden zijn ook zeer geschikt om te voeren naast weidegang in het najaar.
Tip: maak tijdig een voerplan
Breng samen met je specialist de ruwvoervoorraad in kaart en maak een planning wanneer je welke kuilen gaat voeren. Uitdagende kuilen die niet in balans zijn, halen een hogere benutting wanneer je deze kuil kunt combineren met een tegengestelde kuil. Ook is de ruwvoervoorraad op de ene plek royaal, terwijl krapte heerst op andere plekken. Laat je de komende winter niet verrassen door de ruwvoervoorraad en maak tijdig een plan.
Over de auteur
Arnee Korevaar
Productmanager Rundvee
Arnee Korevaar is mede-auteur van dit artikel. Heb je nog vragen? Stuur een mail of bel via 06-11716429.