Zo laat je alle biggen goed eten na het spenen
De variatie binnen een groep gespeende biggen is groot. De biggen hebben namelijk allemaal een andere voorgeschiedenis. Om deze variatie beter te managen en de technische resultaten te optimaliseren, hebben we in samenwerking met de Universiteit Gent een onderzoek uitgevoerd. Dit heeft mooie resultaten opgeleverd.
Onderzoek van Universiteit Gent en De Heus
Zo zag de opzet van het onderzoek eruit
Er zijn 100 gelten (50 licht gespeende en 50 zwaar gespeende biggen) afkomstig van ons eigen onderzoeksbedrijf De Elsenpas met een speenleeftijd van gemiddeld 26,7 dagen geleverd aan de onderzoeksfaciliteit van Universiteit Gent. Daar zijn per hok 10 gelten opgelegd (vijf lichte en vijf zware). In ieder hok is een voerstation (met daarin een nachtlampje) en een weegstation geplaatst. Per big is gedurende het onderzoek de individuele voeropname per bezoek aan het voerstation en het individueel gewichtsverloop per dag vastgesteld.
Tips: zo laat je biggen sneller voer opnemen na het spenen
- Stel de voerbak in de eerste dagen na het spenen iets ruimer af.
- Zorg voor één vreetplaats per big door in na het spenen extra ronde voerbakken in het hok te plaatsen.
- Vul de ronde voerbakken meermaals per dag bij, zodat de nieuwsgierigheid iedere keer opnieuw gewekt wordt. Verstrek niet meer dan 100 gram per big.
- Indien de biggen onvoldoende water drinken, plaats dan een ronde kom met extra water (maximaal 350 ml per big per dag).
Wil je meer advies? Neem dan contact op met een van onze specialisten.
Dit zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek
Voeropname van de biggen in de eerste 24 uur na het spenen
- Tussen lichte en zware biggen is er geen verschil in tijd tot de eerste voeropname van minimaal vijf gram.
- 25% van de biggen heeft nog geen voer opgenomen 24 uur na het spenen (inclusief transport) en 10% niet in de eerste twee dagen na het spenen.
- Met de voersamenstelling kun je de tijd tot de eerste voeropname van de biggen beïnvloeden (specifieke grondstoffen maken voer aantrekkelijker).
Voeropname in de eerste week na het spenen
- Er is een zeer grote spreiding in voeropname tussen individuele biggen.
- Zwaar gespeende biggen nemen in de eerste week na het spenen meer voer op, dan licht gespeende biggen.
- Binnen alle groepen is er een zeer grote spreiding in voeropname.
- Hoe meer voer in de eerste week na het spenen opgenomen wordt hoe hoger de voeropname en groei later in de biggenopfok.
Gewichtsverloop van lichte en zware biggen
- Het verschil in gewicht op de speendag wordt later in de biggenopfok enorm uitvergroot. Waar het verschil tussen de lichte en zware biggen op de speendag nog 3,8 kg was, was dit op dag 42 maar liefst negen kg.
Overzicht resultaten verschillende groepen biggen
| Lichtste biggen (4,4 - 7,5 kg) | Lichtste biggen (4,4 - 7,5 kg) | Zware biggen (9,0 - 11,9 kg) | Zware biggen (9,0 - 11,9 kg) | |
| 25% laagste voeropname week 1 | 25% hoogste voeropname week 1 | 25% laagste voeropname week 1 | 25% hoogste voeropname week 1 | |
| Totale voeropname week 1 (gr) | 839 | 1833 | 992 | 2338 |
| Gemiddeld speengewicht (kg) | 5,91 | 6,86 | 10,12 | 10,36 |
| Gemiddeld aflevergewicht dag 42 (kg) | 24,4 | 30,6 | 32,3 | 39,4 |
| Gemiddelde groei dag 0 - 42 (gr) | 440 | 565 | 529 | 691 |
Tabel: Het verschil in voeropname week 1 wordt deels verklaard door het verschil in speengewicht binnen de gewichtsklasse. Bijvoorbeeld 5,91 vs. 6.86 kg voor de lichte biggen. Desondanks zijn er enorme verschillen in groei en aflevergewicht te zien.
Conclusie: voeropname vlak na het spenen is cruciaal
De voeropname vlak na het spenen is cruciaal en bepaalt voor een groot deel het voeropnameverloop en de groei van de biggen tijdens de rest van de biggenopfok. Voor het opfokken van uniforme kwaliteitsbiggen is het daarom van belang om ervoor te zorgen dat alle biggen in de eerste week na het spenen goed voer opnemen.
Over de auteur
Nena Stevens
Onderzoeker varkens
