Bestrijding van bloedluis (Vogelmijt)
Bloedluis is één van de hardnekkigste problemen bij leghennen. De rode bloedluis is een parasiet en officieel een mijt, oftewel vogelmijt. Meestal spreken wij over bloedluis. Bloedluis houdt zich overdag schuil op donkere plaatsen zoals kieren en naden in het systeem. ‘s Nachts komt de bloedluis in actie om bloed te zuigen bij de hennen waardoor irritatie en schade (zelfs uitval) ontstaat. Deze mijt kan ook ziektes overbrengen zoals NCD en andere bloedverwanten ziekten. De gevolgen van bloedluis voor de gezondheid van de hennen en uiteindelijk voor het bedrijfsresultaat kunnen enorm zijn. Bestrijden van bloedluis is dus van groot belang!
Bloedluis
Een bloedluis is ongeveer 0,5 millimeter groot en legt circa 3500 eitjes. Vooral warmte en vocht zijn gunstige omstandigheden voor de bloedluis. In de zomer is de druk in de stal dan ook hoog. Een bloedluis is binnen één week al vruchtbaar en kan zelf eitjes leggen. In de juiste omstandigheden van temperatuurstijging kan dus een ware plaag ontstaan. De bloedluis drinkt ’s nachts het bloed en is vooral terug te vinden op de rug en in de nek van de hen. Een bloedluis kent een snelle voortplanting: Binnen 60 dagen vermenigvuldigd één enkel bloedluispaar zich naar 60.000 exemplaren! De snelheid is afhankelijk van temperatuur en luchtvochtigheid, maar ook van het type stal en de stalinrichting. Ook in de leegstand overleven bloedluizen gemakkelijk: ze kunnen immers negen maanden zonder bloed. Besmetting vindt dus plaats via hen op hen, maar ook van oud naar nieuw koppel.
Gevolgen
Een beet van de bloedluis veroorzaakt veel jeuk en irritatie. Bij een hoge bloedluisdruk ondervinden de hennen zoveel last hiervan dat bloedarmoede en gewichtsverlies kunnen optreden met uitval als gevolg. Ook werkt dit door op het eet- en leggedrag van de kip. Daarbij raakt de weerstand van de hen verzwakt, wat een grotere kans op ziektes met zich meebrengt.
Een ander gevolg van de bloedluis is een toename in onrust en stress onder de hennen. Omdat bloedluis met name ’s nachts actief is, komen de hennen niet tot rust. Irritaties in de stal zijn hiervan het gevolg, wat leidt tot ongewenst pikgedrag en grondeieren, maar ook huidirritaties en een toename in veeruitval.
Ook de pluimveehouder en eventuele medewerkers kunnen last ervaren van bloedluis. Bij een hoge bloedluisdruk kunnen mensen ook ten prooi vallen aan de bloedluizen. Het werken in een stal met veel bloedluizen geeft kans op allergieën. De huid kan gevoelig zijn voor bloedluis wat kan resulteren in huidirritatie tot huidontstekingen. In extreme gevallen loopt men risico op oorontstekingen.
Schade
Verminderde weerstand door bloedluis bij leghennen heeft directe gevolgen voor het bedrijfsresultaat. Kort gezegd: bloedluisbesmetting leidt tot economische schade. Het legpercentage zal dalen als gevolg van gewichtsverlies en bloedarmoede. De hennen leggen percentueel minder eieren en minder eieren betekent minder opbrengst. Daar komt bij dat een verzwakte hen vraagt om meer voer om het gewichtsverlies door bloedarmoede te compenseren. Dit leidt tot hogere voeropname en dus meer kosten.
Ook kan het zo zijn de bloedluis de eieren besmet (vuilschaligheid) waardoor een lagere vergoeding voor de eieren wordt gegeven. Verder zijn de kippen eerder vatbaar voor ziektes en lopen zo de kosten voor veterinaire begeleiding en/of medicatie en toevoegingen op.
Bestrijding
Bestrijden is moeilijk, omdat een bestrijding vaak (te) laat wordt uitgevoerd, niet alle bloedluis in aanraking komt met het bestrijdingsmiddel en er snel resistentie tegen middelen ontstaat.
- Eén van de beste methode om bloedluisbesmetting te voorkomen is de stal te verhitten (Thermokill) tijdens de leegstand. Dit moet zo spoedig mogelijk na het vertrek van het voorgaande koppel uitgevoerd worden, omdat de bloedluizen dan nog niet geheel zijn weggekropen en dus effectief te doden zijn. Een bijkomend voordeel is dat gelijktijdig de wormdruk verlaagt wordt door afdoden van wormeitjes. Na een aantal hitte-behandelingen kan de wormdruk zelf volledig weg zijn. Daarnaast is deze manier van behandelen ook effectief tegen salmonella en ongedierte.
- Droge of vloeibare behandeling silica wordt zowel preventief als curatief ingezet. De werkzame stof siliciumdioxide onttrekt vocht en vet aan de luizen, waardoor deze verdrogen. Regelmatige herhaling van de behandeling is nodig omdat de opgedroogde parasieten een schuilplaats voor nieuwe bloedluis vormt.
- Een effectieve curatieve manier van bestrijden kan met Exzolt (diergeneesmiddel). De werkzame stof doodt de zich voedende mijten op behandelde kippen en stopt de productie van eitjes. Hierdoor wordt de levenscyclus van de mijt doorbroken. Zeker wanneer het een jong koppel (<60wk) met een matige besmetting betreft wegen de kosten op tegen de verwachte economische schade zonder goede behandeling.
- Middelen op basis van werkzame stoffen die invloed hebben op eigenschappen van het bloed, vaak in combinatie met etherische oliën en kruiden, kunnen goed preventief worden ingezet mits op tijd gestart wordt met behandelen. De status van de bloedluis moet goed worden gemonitord en behandeling moet consequent worden onderhouden. De werkzame bestanddelen van deze middelen hebben een afstotende werking of beïnvloeden de smaak van het bloed. Etherische oliën en kruiden werken door het vormen van natuurlijke toxines in het bloed van de leghen waardoor dit onverteerbaar wordt voor de bloedluis.
- Roofmijten zijn de natuurlijke vijand van de bloedluis. De bloedluis is de prooi voor de roofmijt en vormt dus een voedselbron. Zowel bloedluizen als roofmijten bewegen zich op dezelfde manier. De roofmijt komt dus gemakkelijk op de moeilijk bereikbare plekken waar de bloedluis zich schuilhoudt en zoekt deze op. Op deze manier wordt de groei van de bloedluis geremd en neemt de besmetting af nog voor er overlast ontstaat.
Op de markt zijn meerdere producten met diverse toepassingen beschikbaar. Belangrijk is om te controleren of de methode of middel toegelaten is. Bij enkele geregistreerde middelen geldt een wachttijd voor de eieren.
Heb je vragen over dit onderwerp, neem dan contact op met de dierenarts of specialist.
Neem contact op met een legpluimveespecialistOver de auteur
Marleen van Hoof
Productmanager Legpluimvee