Verwerkt dierlijk eiwit: Terug van weggeweest
In 2021 heeft de EU de regels voor het gebruik van dierlijk eiwit in diervoeders versoepeld. Door deze versoepelingen is het mogelijk om dierlijk eiwit afkomstig van varkens weer te verwerken in pluimveevoer. Omdat het gaat om bijproducten uit de slachterij past dit goed in de kringloopgedachte. Naast de term ‘verwerkt dierlijk eiwit’ (VDE) spreekt men ook wel van Processed Animal Protein (PAP). Hoewel ‘verwerkt dierlijk eiwit’ (VDE) een zeer welkome grondstof is, zijn er ook zaken om rekening mee te houden bij het samenstellen van legvoeders.
Variatie in voedingswaarde
Voor stabiele technische resultaten is het van belang om grondstoffen goed te waarderen. Om VDE goed te waarderen, moet je de exacte nutriëntsamenstelling weten. Die wordt vooral bepaald door de verhouding spiervlees en bot. Een VDE met meer spierweefsel dan bot heeft een hoger eiwitgehalte en lager as-gehalte. VDE dat juist meer botten bevat, heeft een lager eiwitgehalte en een hoger as-gehalte, maar bevatten daarmee ook meer calcium en fosfor. Deze nutriënten zijn allemaal essentieel voor leghennen en een goede eiproductie. Het is dus belangrijk om te weten hoeveel er precies in zit. Daarnaast heeft het productieproces een effect op de voedingswaarde. Hoge temperaturen of een lang verhittingsproces kunnen eiwit beschadigen. Beschadigd eiwit is niet meer goed beschikbaar voor het dier. Ook dit is belangrijk om te onderzoeken bij VDE.
Gunstig effect op voerprijs en duurzaamheid
Met de nieuwe voedingswaarde is VDE voor non-GMO legvoeders interessant. Door de hogere grondstofprijs voor non-GMO soja in vergelijking met reguliere soja, kan non-GMO soja gedeeltelijk vervangen worden door VDE. VDE vervangt ook een gedeelte van de anorganische fosfor. Beide vervangingen leveren een prijsvoordeel op voor de pluimveehouder en dragen bij aan een duurzaam grondstofgebruik. Ook de CO2-voetafdruk van VDE ligt aanmerkelijk lager dan geïmporteerde soja wat de CO2-voetafdruk van het voer helpt verlagen.
Toekomstige ontwikkelingen omtrent toepassing VDE
Sinds maart 2022 is VDE beschikbaar als grondstof in pluimveevoeders. Momenteel wordt slechts een beperkte hoeveelheid VDE geproduceerd en verwerkt in diervoer bij De Heus. Het volledige potentieel wordt niet benut, omdat er strenge eisen zijn aan de verwerkingsmethode van het dierlijk eiwit. De meeste verwerkers in Europa voldoen hier niet aan, omdat het veelal grote investeringen vraagt. Ook de regels voor mengvoerbedrijven zijn streng. Zo moet een fabriek voeders voor verschillende diersoorten gescheiden kunnen produceren, wat niet altijd mogelijk is. Een laatste belemmering is dat retail-organisaties verschillende plantaardige concepten hanteren, waardoor toepassing van VDE uitgesloten is. Desondanks is er met de veranderde regels een eerste stap in de goede richting gezet.
Over de auteur
Florian van der Hoeven
Productmanager legpluimvee
Wil je meer weten over dierlijk eiwit in onze legvoeders?