Zo beperk je schade door wormen bij leghennen
Op bedrijven met scharrel-, freiland- en biologische hennen wordt vaak een aantal keer per ronde een wormbesmetting geconstateerd. Een fikse besmetting met deze parasieten kan leiden tot een verstoring van de vertering en een beschadiging van de darmwand. Het is dus belangrijk om de wormen effectief te bestrijden om de negatieve gevolgen voor de productie te beperken.
Weet welke parasiet je bestrijdt
Om effectief te kunnen bestrijden, zul je precies moeten weten waar je mee te maken hebt. De meest voorkomende wormen bij legpluimvee zijn onder te verdelen in twee soorten: de Nematoden (rondwormen) en de Cestoden (platwormen). De belangrijkste Nematoden die voorkomen bij leghennen zijn: grote spoelworm (Ascaridia), kleine spoelworm (Hetrakis) en de haarworm (Cappilaria). De belangrijkste Cestoden is de lintworm (Raillietina).
De levenscyclus van wormen
Om de wormdruk van de verschillende wormen goed beheersbaar te houden gedurende een koppel leghennen, is het belangrijk om kennis te hebben van de verschillende stadia waar een worm zich in kan bevinden. Er zijn drie verschillende stadia:
1. Pre- patente periode
Dit is de periode vanaf dat het worm-ei in de leghen komt, tot aan een volwassen worm. De duur van deze prepatente periode verschilt per wormsoort:
Grote spoelworm: 35 – 42 dagen
Kleine spoelworm: 24 – 30 dagen
Lintworm: 14 – 21 dagen
Haarworm: 20 – 26 dagen
Het is dus mogelijk dat er 21 dagen na een ontwormingskuur alweer volwassen haarwormen de leghen belasten en eitjes produceren.
2. Patente fase
Dit is de fase waarin de volwassen wormen worm-eitjes produceren. Een volwassen worm kan ongeveer zes maanden oud worden en kan tot wel 200.000 eitjes per dag produceren. Hoe langer er dus wormen in de patente fase in de kip aanwezig zijn, hoe meer eitjes er in de scharrelruimte of uitloop aanwezig kunnen zijn. Hierdoor kan de mate van herbesmetting na een ontworming fors toenemen.
3. Embryonering fase
Als een worm-ei de kip verlaat, is het nog niet meteen infectieus. Het eitje zal eerst een aantal dagen moeten rijpen. Hoeveel dagen het eitje exact nodig heeft om te rijpen, is afhankelijk van de omgevingsfactoren. Denk hierbij aan temperatuur en luchtvochtigheid. Gedurende dit rijpingsproces ontstaat er een larve in het eitje dat zich, na opname door de leghen, verder zal ontwikkelen tot volwassen worm. De eitjes van de grote spoelworm, de kleine spoelworm en de haarworm rijpen direct nadat ze uitgescheiden zijn door de leghen.
De lintworm scheidt segmenten af. Dit zijn stukjes lintworm die loslaten. In een segment zitten lintworm-eitjes. Deze zijn op het moment dat ze de kip verlaten nog niet infectieus. Dat worden ze pas wanneer ze zijn opgenomen door een tussengastheer, zoals een vlieg of een kever. Op het moment dat een leghen zo’n vlieg of kever opeet, zijn de eitjes wel infectieus en zullen ze zich verder ontwikkelen richting een volwassen lintworm.
Strategisch ontwormen per wormsoort
Als pluimveehouder kun je ervoor kiezen om strategisch te ontwormen. Dit betekent dat je ontwormt met een vaste intervalperiode. Vaak wordt er een intervalperiode gekozen van rond de zes weken, maar het is goed om je te realiseren dat deze termijn alleen geschikt is voor de grote spoelworm. Als de besmetting wordt veroorzaakt door een andere wormsoort, dan moet de intervalperiode worden aangepast. Het is dus van groot belang te weten welke wormsoort er aanwezig is. Bij strategisch ontwormen is het belangrijk dat er binnen de pre-patente periode wordt ontwormd.
Infectiedruk bepalen met mestonderzoek
Om te bepalen hoe intensief er behandeld moet worden, moet je weten in welke mate een koppel besmet is met wormen. Dat kan met behulp van een mestonderzoek. Daarbij wordt het aantal wormeieren per gram mest geteld (EPG = Eggs per gram). De kosten van een mestonderzoek zijn ongeveer € 25,-. Belangrijk is dat het mestmonster goed genomen wordt. Dat betekent dat het een representatief mestmonster moet zijn van verse mest, verdeeld over de stal. Er dienen circa 150 verse keutels verzameld te worden. Gemiddeld wordt er om de zes weken mestonderzoek verricht. Afhankelijk van de bedrijfsgeschiedenis kan dit natuurlijk op- of afgeschaald worden.
Sectie om besmettingsgraad vast te stellen
Naast mestonderzoek kun je ook sectie laten verrichten om te bepalen hoe het staat met de wormbesmetting. Hierbij is het erg belangrijk dat er gemiddelde hennen uit het koppel genomen worden. Dit geeft het meest realistische beeld. Het geeft geen representatief beeld wanneer er voor de sectie sterk verzwakte of dode dieren gebruikt worden.
Bespreek aanpak met de dierenarts
Bij de bestrijding van wormen, ongeacht de strategie die gekozen wordt, is het verstandig om het te bespreken met de dierenarts. De bestrijding van wormen is namelijk een bedrijfsspecifieke aanpak. Er is geen algemeen advies te geven. Om bijvoorbeeld te bepalen of je het beste via het water of via het voer kunt ontwormen, moet je meerdere zaken in overweging nemen: met welke worm heb je te maken, wat is de actuele wormdruk, wat zijn de kosten van de behandeling en wat wil je zelf als pluimveehouder? Door het samen te bespreken, kom je tot de behandeling die het beste is voor jouw bedrijf.
Ook onze legpluimveespecialisten denken graag met je mee.
Neem contact op met een van onze legpluimvee specialistenOver de auteur
Martin Arts
Legpluimvee specialist
Wil je meer weten over dit onderwerp?